jeugd 6-9 jaar

De Vindeling van Wammerswald
illustraties Tom Schoonooghe

Voor je in het verhaal begint heb je er al zin in: In prachtige sierlijke letters wordt op de eerste pagina aangekondigd wat je allemaal gaat tegenkomen : een aangespoeld meisje, elf zonen, sakkersnotter, Mathilda, een beer, superdozers, tante Idaliek, een Donderkrak, spoken en een dorpje.
Je gaat gauw verder, en leest over een meisje van een jaar of tien dat op een koffer aanspoelt in Wammerswald. Het hele dorp staat op zijn kop. Wat moeten ze met dat vreemde kind? Al snel blijkt dat niet alleen de manier van arriveren vreemd is, het kind vertoont ook een erg eigenzinnig gedrag.
Agent Willy vindt het maar niks. Hij wil de indringer opsluiten of dan toch verjagen, zeker als ze hem aanrijdt met een tractor!
Bij de burgemeester, die moet bepalen wat er gaat gebeuren, stroopt hij zijn mouwen al op ‘zal ‘k moaken dat ze subiet verdwene is?’.
Maar de burgemeester vindt het verhaal dat het kind vertelt over haar verleden te vreselijk voor woorden, en ze mag voorlopig blijven. Hij is degene die haar ‘Vindeling’ doopt, en omdat ze zegt dat ze haar naam niet meer wil horen, blijft ze zo heten.
De dokter verklaart haar gezond, van lijf en leden, en hij en zijn vrouw zijn een van de eerste kandidaten, als het er om gaat het meisje onderdak te bieden. Want ze moet toch ergens wonen, vinden de dorpelingen. De burgemeester heeft een oproep gedaan. De bakkersvrouw meldt zich ook. Zij heeft al elf zonen, en een dochter erbij lijkt haar wel leuk. Maar ook Jos, de garagehouder, zou het leuk vinden als Vindeling bij hem komt. Ze heeft al een baantje bij hem, dus waarom niet? Bij wie zal ze gaan wonen...
Zeker niet bij degenen die haar weg willen hebben: niet alleen de agent, ook de boswachter vindt het maar niks die nieuweling. Want dat vreemde kind gaat zo maar in haar eentje het Donkere Bos in, en vat sympathie op voor de beer, die de boswachter graag weg wil hebben.


Eigenlijk valt het boek uiteen in twee delen. Eerst het verhaal van haar aankomst en de beer, daarna het verhaal van het pretpark en de tante.
Het is een prachtig fantasieverhaal, met heel veel leuke vondsten. Veel humor. Het leest ook prettig door de vaak grappige dialogen, de prettige bladverdeling en de mooie tekeningen van Tom Schoonooghe.
Je moet Vindeling wel aardig vinden, ze is een heel lief kind, dat open staat voor de wereld en zijn bewoners, en nieuwsgierig van aard. Ze lijkt vaak ook verstandiger dan de volwassenen die haar omringen. Het lijkt me ook een heerlijk boek om voor te lezen, vooral in de scènes waarin de agent een rol heeft. En die vlamingismen zijn best te begrijpen en voegen toe aan de jus van het verhaal.


‘Bij de kapper waren er maar liefst twee dames die er aan dachten een flauwte te krijgen’


‘Volgens mij ben jij gesnoeid in je hersenpan!’


ISBN 9789022325971 Hardcover |168 pagina's | Manteau | maart 2011
Leeftijd 7-9 jaar Tekeningen van Tom Schoonooghe

© Marjo, 11 oktober 2011

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER