jeugd 6-9 jaar

Paul Biegel

https://paulbiegel.com

https://www.miesvanhout.nl

https://www.lindefaas.com

 

De zeven veren van de papegaai
Illustraties: Linde Faas
Tekst: Paul Biegel


Het verhaal begint als een echt sprookje:


"Lang, lang geleden, toen alle schepen nog zeilen hadden, leefden er twee kinderen met hun vader en moeder aan de rand van een groot bos."


Je voelt gelijk dat er iets gaat gebeuren in dat bos. Wat zal het zijn? Een wolf? een everzwijn? een spook? een rover? Met zo'n beginzin kun je nog alle kanten op.
Het wordt echter niets van dit alles. Paul Biegel verzint iets heel anders namelijk o.a. een Wolkenmannetje, een papegaai en een Nevelkoningin. Dat klinkt gelijk al bijzonder! Maar hoe komen we bij die personages terecht?


Het begint allemaal met vader die na het houthakken niet meer thuiskomt. Moeder en haar kinderen, Doenja en Jorkos, wachten en wachten, maar vader komt niet thuis.
Op een nacht droomt Doenja en daarna weet ze precies waar papa is. Samen met haar broertje Jorkos gaan ze die ochtend stiekem op pad en kijk daar is het Wolkenmannetje!
Hij vertelt dat ze zeven veren van de bonte papegaai moeten verzamelen en die naar de Nevelkoningin brengen, dan zal zij hun vader vrijlaten. Maar eerst moeten ze die papegaai  zien te vinden! En dat is helemaal niet makkelijk!


Het verhaal blijft spannend en heeft alles van een sprookje in zich; een lange reis met bijzondere ontmoetingen, slechte en goede karakter én een goede afloop.
De veren van de papegaai stond als feuilleton in het damesblad Margriet en in 1975 verscheen het in boekvorm met illustraties van Carl Hollander.
Nu is het opnieuw uitgegeven met afbeeldingen van de fantastische Linde Faas.


Paul Biegel (1925-2006) zelf was geen onbekende in kinderland. Hij heeft veel beroemde boeken geschreven, zoals De kleine kapitein, De tuinen van Dorr en Sleutelkruid. Dit boek De zeven veren van de papegaai is inmiddels ook een klassieker geworden. Het is een verhaal dat je uitstekend kunt voorlezen maar zelf lezen kan ook - vanaf een jaar of acht -. In totaal schreef Biegel zo'n 50 kinderboeken.


ISBN 9789025776824 | Hardcover | 64 pagina's | Gottmer | 17 mei 2023
Leeftijd: voorlezen 6+, zelf lezen 8+

© Dettie, 20 mei 2023

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De dwergjes van Tuil
illustraties: Mies van Hout
tekst: Paul Biegel


Vandaag, 25 maart, is de geboortedag van Paul Biegel (1925-2006) en dat wordt gevierd. Er zijn feestelijke activiteiten op scholen en in boekhandels en bibliotheken. Paul Biegel schreef sprookjesachtige verhalen over rovers, zeemeerminnen, dwergen en heksen. Zijn allereerste verhaal was getiteld De ontevreden kabouter en werd gepubliceerd in het nieuwsblad De Tijd toen Paul Biegel veertien jaar oud was. In totaal schreef Biegel meer dan 60 boeken.


Uitgeverij Gottmer ontfermde zich over zijn werk en begon in 2020 aan heruitgaven van de kinderboeken. In september 2020 verschenen de drie met een Gouden Griffel bekroonde titels – De kleine kapitein, Nachtverhaal en Het sleutelkruid in een nieuwe editie. - De kleine kapitein vierde in 2020 ook  zijn 50-jarig jubileum. - Hierna zal elk jaar een aantal titels in een nieuwe vormgeving uitgebracht worden. In 2021 zijn dit De dwergjes van Tuil, Virgilius van Tuil en De rover van Hoepsika.
De eerste twee boeken van 2021 zijn geïllustreerd door de bekende - en door mij zeer geliefde - illustratrice Mies van Hout.


De dwergjes van Tuil bestaat uit verhalen, die echter wel een chronologische volgorde hebben. Zij haken ook in elkaar, wat het geheel iets extra's geeft. Toch kunnen de verhalen makkelijk apart (voor)gelezen worden.


In De dwergjes van Tuil maken we kennis met de dwergjes die voornamelijk van honing van heidebloempjes leven. Maar als er een bijenvolk in de buurt komt wonen, kunnen de dwergen niet meer genoeg honing verzamelen voor de winter. Maar alle dwergen zijn bang voor de bijen, want bijen hebben wèl angels. Gelukkig ontdekt Kleine Pier toevallig iets waardoor de bijen én de kabouters toch honing kunnen verzamelen. Niet zoveel als anders, maar toch.


Maar dan wordt het winter en ja hoor halverwege de winter is de honing op. Wat nu? Iedereen loopt te piekeren en de dwergjes verzinnen van alles. Maar Kleine Pier denkt, als ik nu eens gewoon om honing vraag? Wie weet willen de bijen ons wel wat honing geven. Zwoe, de bijenkoningin, vindt dat zo dapper van Kleine Pier dat de lege pot die hij meenam helemaal gevuld wordt en... als hij meer honing nodig heeft mag hij terugkomen!
De dwergen van Tuil zijn dolblij en vanaf die dag werken de bijen en dwergen samen.


Na dit leuke verhaal volgen nog veel meer avonturen van de dwergjes maar vooral van Kleine Pier, want hij praat niet, maar doet! Zo heeft hij al heel veel slimme dingen gedaan én zelfs de bijen en de dwergjes een paar keer gered!


Het is goed te merken dat Paul Biegel een grote opmerkingsgave had die hij vormgaf via Kleine Pier. Kleine Pier is de dromer, de observator die steeds alle details ziet waardoor hij op bijzondere ideeën komt. Alle verhalen zijn hartverwarmend dankzij de natuurwonderen die Kleine Pier waarneemt. De vlinders, de lieve bijen, de wollige konijnen etc. Dat maakt het boek ook zo fijn om te lezen.
Mies van Hout heeft er heerlijke illustraties bij gemaakt. Alles bij elkaar is het puur genieten!


ISBN 9789025773830 | Hardcover | 120 pagina's | Gottmer | januari 2021
Leeftijd: 6+

© Dettie, 25 maart 2021

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER