Wat alleen wij weten
Elvis Peeters


Uit alles puurden wij verhalen.
Natuurlijk wist zij hoe het zat, maar verhalen maken het draaglijk.


Aan het woord is de twaalfjarige broer van Nour, zijn zusje (8 jaar) dat ongeneeslijk ziek is, en samen hebben ze een manier gevonden om ermee om te gaan. Ze maken een eigen wereld van verhalen waarin een vogel een belangrijke rol speelt. Het is hún vogel, alleen zij weten hoe het dier eruit ziet. Ze hoeven het elkaar niet eens te vertellen, ze weten het gewoon. Zij zullen hun vogel onmiddellijk herkennen.


Het is een vogel die niet kan besluiten op welke tak hij wil zitten. Elke tak biedt een ander uitzicht. "De ene boom staat op een heuvel, de andere in een bos, nog een andere op de heide [...]  En in welke boom zal hij zijn nest bouwen? Dat is een nóg moeilijker keuze.


"Uiteindelijk is het een vogel waarmee we vertrouwd zijn geraakt. Die geen merel is, geen duif, geen vink of zwaluw, noch koolmees, maar puur een vogel, noch mannetje, noch vrouwtje." [...]


Hij kan zingen, hij zingt het mooiste van alle vogels, alleen zingt hij heel weinig omdat hij geen geschikte tak kan vinden.
De vogel is een metafoor voor hun onmacht én liefde voor elkaar. Ze praten nooit over het nadere afscheid met elkaar maar ze weten het wel.



Het verhaal is zo ontroerend omdat de liefde voor elkaar zo prachtig weergegeven wordt. De jongen vertelt over de keer dat papa vertelde dat Nour niet oud zou worden. "Ik wist niet wat er viel te begrijpen, hoe ik het kon begrijpen, waarom ik het moest begrijpen.[...] Ik ben haar grote broer zij blijft mijn zus, zelfs wanneer ze groeit tot het niet meer kan."
Hij vertelt over de keren dat hij gewoon bij haar zit en zij zulke mooie antwoorden geeft op zijn vragen en verhalen. Over de rust en wijsheid die ze uitstraalt.


De grote broer is er altijd, broer en zus begrijpen elkaar zonder woorden. Waar volwassenen tekort schieten, hebben ze elkaar. Ze spelen of zwijgen samen onder het zeil in de tuin omdat Nour geen zon op haar huid kan verdragen. Pop mag wel in de zon, dan is zij straks lekker warm...


De jongen zorgt op zijn manier voor haar, vertelt haar verhalen als ze pijn heeft, smeert haar in met ijs als ze gloeit van de hitte, of is er gewoon, zonder woorden. Alles is goed. Ze helpen elkaar. Er zijn medische behandelingen, soms is de jongen boos, maar nooit op haar.


En dan komt de dag dat het naderende einde onvermijdelijk is.


Vertel, fluistert ze, is de vogel er nog?
Natuurlijk is hij er, zeg ik. Hij zingt niet, hij fladdert nu en dan boven ons hoofd, alsof hij komt groeten en stijgt dan hoog het zwerk in. Zo'n mooi zo'n ingetogen zwijgen, zo vol respect en deemoed heb ik nooit eerder gehoord.
Ja, knikt Nour, alsof ze het beter begrijpt dan ik.


Ook het einde wordt schitterend weergeven, niets wordt letterlijk benoemd maar de impact van het verhaal van de jongen is er daardoor juist des te meer.
Nu rest de jongen  niets anders dan verhalen, over een vogel die alleen hij zal herkennen, de vogel die achterin het boek zijn perspectief laat zien vanuit de lucht, de vogel die daar te zien is en zijn vleugels uitslaat, is opgebouwd uit bloeiende takken en veren vol met herinneringen...
Een perfect en heel indrukwekkend boek.


ISBN 9789463810999 | Hardcover | 80 pagina's | Uitgeverij Podium | oktober 2021
Met tekeningen van Charlotte Peys

Dettie, 11 februari 2022

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER