Lenny Peeters

Dochter
Lenny Peeters

Een meisje zit in de verhoorkamer van een politiebureau. Gezien de ruwe en onvriendelijke behandeling wordt ze ergens van verdacht, maar het meisje heeft geen idee wat ze daar doet. Er worden vragen gesteld waarop ze nauwelijks een antwoord heeft, hetgeen gedeeltelijk ligt aan het feit dat ze die vragen niet begrijpt.
Ze krijgt koffie, die ze niet lust, maar limonade komt er alleen als ze vragen beantwoordt.


‘Krijg ik suikerklontjes?’ vraag ik.
‘Dat kan.’ De man tikt op mijn blad. ‘Als hier iets op staat, kunnen we het er over hebben.’
Is dat een regel? Ik denk het wel. De eerste die ik hoor. Waarom hangen ze hem niet aan de muur? Met foto’s erbij van wat er allemaal op een blad kan staan? Zou een beker goed zijn?’


Wat het meisje gedaan zou hebben, weet ook de lezer niet, maar dat haar leven niet normaal was weten we al wel. Zij woont met haar vader in een verwaarloosd huis, geen moeder. En ook geen instanties die zich er mee bemoeien. Of heeft vader die allemaal weggejaagd?
Het gaat niet goed met het meisje, ze is zwakbegaafd en wordt van school weggestuurd omdat ze zich niet kan gedragen. Ze heeft een heel eigen manier om de wereld te interpreteren.


‘Ik veeg de bladeren en takjes onder de eik opzij en doe mijn doos met spullen open. Eerst zaten er pantoffels in. Vader had ze met de kruiwagen meegebracht. Twee grote sloffen met stoffen tanden en pluchenoren.
‘Konijnenkoppen,’ zei vader. Dat dacht ik niet. Konijnen zijn bruin of wit of zwart. Nooit roze. Dat zou vader moeten weten.’
[...]
Vader had het vast niet goed gezien. Hij zou een bril moeten dragen. Dat zegt hij zelf. Hij wrijft over zijn ogen en klaagt dat ze zo snel achteruitgaan. Ik zie er niets mis mee. Ogen kunnen alleen maar achteruit als je er heel hard op drukt.‘


Thuis houdt ze zich bezig met cavia’s, op een manier die meelij doet krijgen met die beestjes. Wij vinden het gruwelijk, maar voor haar is het heel gewoon om van de dode dieren, ook van de konijnen die haar vader slacht en die ze opeten, de schedels te bewaren onder haar bed.
Haar enige vriend is de buurjongen, Jonas. Het wordt de lezer al snel duidelijk dat die jongen broeit van de hormonen, hij ziet er geen been om het meisje - Konijntje noemt hij haar - naar zijn pijpen te laten dansen.


Lenny Peeters schreef met Dochter haar debuutroman. Een psychologische roman over een meisje die in haar onschuld de vreselijkste dingen doet. Het verhaal wordt verteld vanuit het meisje, in korte zinnen en eenvoudige taal. De gebeurtenissen waar het verhaal om draait moeten door de lezer uit de context worden opgemaakt, het wordt nergens expliciet verteld.
Lenny Peeters (1975) is Vlaams, hetgeen ze verraadt door haar woordgebruik.  Eerder won ze prijzen met korte verhalen.


ISBN 9789044633894 | paperback | 224 pagina's | Prometheus | oktober 2018

© Marjo, 7 november 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER