Boekenarchief C-D

Het Wezen
Peter Drehmanns


De hoofdpersoon in dit verhaal is Koen Grondijs, een vijftiger, die zich afvraagt of zijn leven wel is zoals hij dat zou wensen. Het antwoord is natuurlijk: nee dat is het niet, anders was het meteen gedaan met het verhaal!


‘Hij had zich door de verkeerde ouders laten verwekken. Hij was bij de verkeerde vrouwen gebleven en had de verkeerde vrouwen gedumpt. Al na twee weken had hij begrepen dat kunstgeschiedenis niet de juiste studie voor hem was en dat zijn even intense als infantiele verlangen om zich tegen de wil van zijn vader in te schrijven bij de kunsthistorische faculteit op een romantisch misverstand berustte.’


Hij neemt een besluit: hij neemt een sabbatical en vertrekt. Na een kort onderzoek valt de keuze op de Archipel, een ‘tropisch land van vulkanische oorsprong dat op zeker ogenblik in de geschiedenis, ruim honderdvijftig miljoen jaar geleden, niks meer met de rest van de wereld te maken wilde hebben en zich hovaardig had losgescheurd.’


En dat is eigenlijk wat Grondijs ook doet. Hij scheurt zich los van de Westerse wereld - drie pagina’s lang wordt er gefulmineerd over alles wat er fout is in onze maatschappij. Het kan niet anders dan fout aflopen. Hij verwacht dat zijn doel, de Archipel, nog niet gecorrumpeerd is. Waar de natuur nog oorspronkelijk is. En waar hij hoopt het Wezen te aanschouwen.


‘Hij (voorzover het Wezen een mensachtige is) of het ( in zoverre het Wezen een dier betreft) zou op basis van enkele morfologische kenmerken gerekend kunnen worden tot een (weliswaar onbeschreven) soort van een ondergeslacht van de zogeheten spookdieren, een familie van zoogdieren uit de orde der primaten die kenmerken van zowel apen als halfapen heeft.’


We volgen een mopperende Grondijs op zijn reis, die hem tenslotte op het eiland brengt waar het Wezen voor het laatst gezien is. Het verbaast de lezer niet echt dat het primitieve leven hem toch wel tegenvalt. De grootste teleurstelling is misschien nog wel het feit dat er wel degelijk toeristen zijn! Hij laat zich evenwel niet kennen, en dringt steeds dieper de wildernis in.


Hij ontmoet de Italiaan Dino Drogo, met wie hij optrekt ondanks diens beroep, taxidermist en nog wel gespecialiseerd in het maken van wolpertingers (= een wezen uit de Beierse folklore. Het zou een wezen zijn met lichaamsdelen van verschillende diersoorten). Grondijs vind het walgelijk, maar is toch blij als hij Drogo een tweede keer tegenkomt. Hun avontuur wordt steeds hachelijker. Ze trekken zich aan elkaar op, en voeren diepgaande gesprekken. Drogo confronteert Grondijs met zichzelf: is hij immers niet net zo goed een product van zijn opvoeding, dus van de westerse maatschappij!


Intussen lezen we ook hoe er op het thuisfront waar Grondijs zijn huis verhuurd heeft aan een Russisch echtpaar een vreselijke chaos ontstaat.
Is deze verhaallijn toegevoegd als een soort analogie aan het avontuur van Grondijs?
Terwijl Grondijs van de wal in de sloot geraakt in de Archipel, slaat in zijn huis de gekte toe.


De taal is nogal wollig, volzinnen met veel bijvoeglijke naamwoorden, en veel lastige termen; veel verwijzingen naar kunst en literatuur. En naar de biologie natuurlijk.
Het boek bestaat uit verschillende delen: de homo sapiens, de homo investigans, de homo demens, en de homo mutans. Deze aanduidingen zijn veelzeggend!
Een flinke hap is dit boek vol ideeën en inzichten wel, maar zeker de moeite waard.


Peter Drehmanns (1960) schreef al twaalf romans, een verhalenbundel en vier poëziebundels. Voor zijn gehele oeuvre won hij in 2015 de Halewijnprijs.


ISBN  9789493214064  | paperback | 370 pagina's | Uitgeverij in de Knipscheer | september 2020

© Marjo, 12 oktober 2020

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER