Boekenarchief M

Miskend talent
Victor Meijer

Manolo Gonzales vindt zichzelf heel wat. Hij is de grootste schilder aller tijden, dat ziet toch iedereen. Woest is hij dus als de leraren op de Haagse academie voor schilderkunst hem aanraden een ander vak te gaan kiezen. Ze zeggen niet eens iets over de vijftien meesterwerken die hij gemaakt heeft, ze vinden dat hij te eigenzinnig bezig is. Hij had er beter aan gedaan om te doen wat ze van hem vroegen. Maar daar voelt Manolo zich te goed voor: aanwijzingen opvolgen? Opdrachten uitvoeren zoals zij het wensen? Hij kan toch beter!! En hij zal het ze laten zien ook!
Maar terug op zijn kamer blijft de inspiratie weg. Even lijkt dat meisje van de supermarkt zijn muze, maar thuis wordt hij gestoord door zijn moeder die hem vanuit Spanje belt en zijn hospita die hem er op aanspreekt dat hij de afvoer heeft verstopt met zijn verfafval. Hij kan niet begrijpen dat niemand zijn genialiteit herkent. Al dat triviale gedoe brengt hem van de wijs, er komt geen klodder meer op het doek. De huur wordt opgezegd en hij gaat bij zijn vader wonen. Dat is geen verbetering, hij heeft daar geen ruimte om te schilderen en het wil niet boteren tussen hem en zijn vader. Als die er achter komt dat hij helemaal niet meer naar de academie gaat, is ook daar het huis te klein. Manolo vertrekt naar Spanje, maar de neergang zet alleen maar door.
Als hij ooit nog die beroemde schilder wil worden zal hij zijn leven toch in de hand moeten nemen, maar of hij dat kan?


' Ik sliep uit. Ik sliep lang uit en toen ik wakker werd, sliep ik nog.'

' Ik zag het fruit in de schappen, het kanariegeel van de citroenen, het cadmiumrood van de tomaten, het schreeuwende oranje van de sinaasappels, het schaamliproze van de fluwelige perziken, het bloedrode van de sappige kersen, het donkere paars van de bramen, het heigroene van de appels...-ik zag alles, en kocht een peer, die ik ter plekke opat.'

'Was ik de juiste man op de verkeerde plek en het verkeerde moment? In hoeverre was ik zelf schuldig aan het geen munt kunnen slaan uit mijn niet onaanzienlijk talent? Miste ik bepaalde, noodzakelijke inzichten en
vaardigheden die voorspoed en tenminste een minimum aan rijkdom garanderen?'


Je zou denken dat hij eindelijk wijs wordt, maar nee...


" De schuld ligt bij de leken, de blaaskaken die zichzelf galeriehouder noemen, maar ondertussen een Velasquez niet van een Baselitz konden onderscheiden en oud en nieuw geld zonder gêne investeerden in veredeld behang.'


Als tegenwicht voor zijn hoofdpersoon, die maar een akelig zelfingenomen ventje (want kunstenaar??) is, zijn het dit soort zinnen, de manier waarop Victor Meijer schrijft, die het boek goed te pruimen maken. Kleine
fantasietjes doorbreken het verhaal, evenals de terugblikken.  Jammer is wel dat het op twee derde van het boek even inzakt - alweer kommer en kwel, maar nu in Spanje, ik weet het onderhand wel, - maar dat is bij
meer schrijvers (en niet alleen debutanten) het geval. Gelukkig leeft het verhaal weer op bij oom Diego, misschien is zijn 'baantje' wel de schop onder zijn achterste die hij nodig had.
Zijn personages lijken typetjes: de kunstleraar als beschermheer, de hospita met het kopje thee, en natuurlijk Manolo zelf: het miskende genie.


' Ik ben gewoon te jong getrouwd, herhaalde ze. Het enige mooie dat het heeft opgeleverd, ben jij. Maar voor de rest niets dan ellende. Ik hoor stemmen. En jij bent kunstschilder. Dat is ervan gekomen.'

ISBN 9789061698739 Paperback 199 pagina's Uitgeverij De Harmonie november 2008

© Marjo, oktober 2009

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER