jeugd 13-15 jaar

Het kompas
Joyce Pool


In 1950, op 12 augustus, heeft de seascoutgroep van Mortlake (voorstadje van Londen) een oversteek gepland naar Calais.
Na een grondige voorbereiding zou de whaler (een walvissloep), de Wangle III met zeven man aan boord vanuit Londen vertrekken naar Margate waar drie anderen opgepikt zouden worden. Olly Amos, kapitein van zes scouts, zou in Margate de leiding overgeven aan scoutmaster John Weeden. In totaal waren er tien man aan boord.


Een van de leden van die bemanning is de zestienjarige David Hannell. Deze Davey is de verteller van het verhaal dat enigszins gefictionaliseerd het eerste deel van dit boek vormt. Davey baalt vreselijk, want hij heeft buikpijn. En hoewel hij probeert het te verbergen weet hij ook dat hij een gevaar zou vormen voor de anderen. Hij blijft thuis.
Als de boot terug verwacht wordt, blijft het stil in de haven. De Wangle komt niet terug. Aanvankelijk is er onduidelijkheid: zijn ze misschien vanwege slecht weer in Calais gebleven? Maar  helaas: ze zijn wel degelijk uitgevaren. Wat is er gebeurd?
Davey worstelt met een schuldgevoel. En natuurlijk is hij verdrietig. Zijn beste vriend Brian – ze waren allebei leerling-scheepsbouwers - is wel meegegaan. Hij had Davey zijn kompas gegeven, om op te passen. En nu kan hij het niet meer teruggeven!


De weken na het wegblijven van de Wangle III zijn spannend. Er spoelen lichamen aan, niet aan de zuidkust waar de reddingstroepen gezocht hebben, maar op de Nederlandse en Duitse Waddeneilanden! De achterblijvers zouden graag hun geliefden thuis begraven, maar er is geen geld voor repatriëring, het zijn de jaren van wederopbouw. Tenslotte wordt besloten de mannen die gevonden zijn, zes in totaal, te begraven op Texel. Waar hun graf dus nog steeds verzorgd wordt door scouts.
In dit eerste deel heeft Joyce Pool Davey het verhaal laten vertellen. Hij is een aansprekend personage voor dit spannende en aangrijpende verhaal.


Maar dan volgt nog een tweede deel. Dat is het verslag van de speurtocht naar de achtergrond van deze scheepsramp, die de schrijvers naar Mortlake, Margate, Calais en de andere Waddeneilanden bracht. Zij doken in archieven, speurend naar documenten over de gebeurtenissen, spraken met familieleden en wisten te achterhalen wat er voor  en na de ramp gebeurde. Maar niemand zal ooit weten wat er precies met de whaler gebeurd is. De weersomstandigheden waren niet bijzonder slecht. Het wrak is nooit gevonden.


In dit tweede deel zijn vele foto’s opgenomen, oude fotootjes van de betrokkenen, maar ook foto’s die de schrijvers maakten van de plekken waar zij voor hun onderzoek kwamen. Oude krantenartikelen, en prachtige overzichtsfoto’s van de eilanden. Het is vrijwel onmogelijk dat er nog vragen zijn die niet beantwoord worden in dit boek, het is ontzettend volledig, maar daarom is waarschijnlijk het tweede deel minder aansprekend voor de doelgroep.


Het is niet zo vreemd dat juist Joyce Pool dit boek schreef. Zij woont op Texel met haar echtgenoot, de journalist Pip Barnard. Het graf met zes leden van de bemanning, die zo jammerlijk aan hun einde kwam, ligt ook op dat eiland en werd al die jaren onderhouden door Scouting Texel. Maar het werd steeds lastiger om de jongens uit te leggen waarom ze dat nu eigenlijk deden. En toen werden Joyce en haar man aangesproken: zouden zij niet het verhaal kunnen opschrijven voor de scouts? En zo kwam ook dit boek tot stand, na uitgebreid onderzoek, die de twee schrijvers naar alle plekken leidde die iets te maken hadden met de bemanning en de reis van de Wangle III.


ISBN 9789047708643 | hardcover | 215 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat | juni 2018
Leeftijd vanaf 13 jaar

© Marjo, 9 augustus 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER