Boekenarchief T-U-V

Vis


Een novelle, maar het lezen van deze 138 pagina's lijken er veel meer. Het leest langzaam, maar dat is in dit geval genieten. Valens heeft zijn woorden met zorg gekozen, hij schildert als het ware de scènes. Oftewel: hij schildert de zee.
Het boek speelt op een viskotter, de DH 731, die op visvangst gaat in de Duitse Bocht. Hoofdpersoon is een werkeloze kunstenaar, die via een vriend (alhoewel, is Fred wel een vriend te noemen?) een week mee zal varen. Hij heeft toch niets te doen. Freds vader is de schipper. Warmgeffer is een enorme man, eentje van weinig woorden. Hij gromt en blaft zijn bevelen. Contact met medemensen interesseert hem niet, zijn leven is werk.


'Zijn communicatieve vaardigheden waren op een bedenkelijk niveau blijven steken, maar dat deze ongelikte beer mij een lulletje rozenwater vond, stond als een paal boven water.'


Behalve Fred bestaat de rest van de bemanning uit de oudere Martin, die voor de motoren zorgt, en de jonge Addie, met wie Fred telkens overhoop ligt. Hier moet gewerkt worden, er is geen tijd voor een gezellige babbel.  Het verhaal is ook eigenlijk meer een sfeertekening.


'Enorme fuiken waren het, meterslange slurfachtige kooien van touw, breed en open van voren, taps toelopend naar het einde, de zak. Eerst verschenen de wijd open muilen, behangen met kettingen en lijnen en aan de onderzijde verzwaard met de angstaanjagende roestige sledes, woest druipend van water en gecamoufleerd met meegetrokken groen.'


Je ziet het voor je toch?
Het boek is een sfeertekening van het werk, waarin de spanning die op de kotter hangt, vooral tussen Fred en Addie, voelbaar is. Dat zal tenslotte nog voor een soort plot zorgen, een climax waardoor het toch nog een verhaal met kop en staart wordt. Niet dat het nodig was, het is prachtig geschreven. Ik heb niet de Moby Dick gelezen,  waar soms naar verwezen wordt, maar dat moet ik misschien maar eens snel gaan doen?
Nog een citaat:


'In de zonnerichting kon je niet kijken zonder met acute blindheid te worden geslagen - daar was 't een bruisende, horizontale Niagara, een witte, hete hellezee, een cirkel als je het van boven af zou kunnen waarnemen. Daar bekeek de zon zichzelf in de spiegel. Wit kreeg daar, in dat brandpunt, een nieuwe definitie, die alle andere en zelfs de helderste witten in de schaduw stelde.'


Isbn 978 90 457 0255 1 Paperback 143 pagina's | Uitgeverij Augustus | mei 2009

Marjo, juli 2009

Lees de reacties en/of reageer, klik HIER