Toen dinosaurussen de lucht in gingen
Jingmai O’Connor 


Het eerste hoofdstuk heet: Fascinerende vogels.
Dat zijn het. Kijk er maar eens goed naar: ze kunnen vliegen, rennen, dansen, zwemmen, klimmen en ze zijn slim. Bovendien er is een grote diversiteit aan vogels, er zijn wel 10.000 soorten!
Vervolgens wordt er verteld over de wetenschappers die ook van mening waren dat vogels zo bijzonder zijn en wilden weten hoe dat kwam.
En zij ontdekten dat vogels voortkomen (evolueerden) uit dinosaurussen!


De eerste dinosaurussen waar men overblijfselen van terug heeft gevonden werden verdeeld in twee groepen: de Orntithisia (zij hebben een vogelheup) en de Saurischia (met een hagedisheup).
De Saurischia werden weer onverdeeld in groepen waaronder de groep van de Therapoda: tweevoetige dino’s. De meeste daarvan waren vleeseters. Deze groep evolueerde in de loop van de eeuwen tot vliegende dinosaurussen en daar stammen dan weer onze vogels van af.
Dinosaurussen waren reptielen. Dus vogels zijn eigenlijk ook reptielen!


Hoe weten we dit allemaal?
Dat begon met Darwin, een natuuronderzoeker uit de negentiende eeuw, die het idee kreeg dat dieren evolueerden: ze pasten zich aan aan de omstandigheden waarin ze leefden.
Zo ontstonden in de loop van de eeuwen nieuwe soorten, die terug te brengen zijn tot een en dezelfde voorvader.


Overal ter wereld zijn fossielen (versteende overblijfselen, braakballen, maaginhoud) teruggevonden: in China heel veel, maar ook in Noord- en Zuid-Amerika. En in Europa, bijvoorbeeld Midden Spanje, zelfs in Nederland. Met behulp van die vondsten werd  vastgesteld hoe een dino een vogel werd; hoe dino’s er uit gezien hebben, waar ze leefden, en ook over de invloed van de verschillende massale uitstervingen.
Natuurlijk moeten onderzoekers een slag om de arm houden. Je leest dus vaak: ‘We denken dat’, het is (nog) onbekend ‘, ‘Het moet er geweest zijn, maar we hebben het nog niet gevonden’ en meer van dat soort opmerkingen.
En al is er de afgelopen decennia ontzettend veel ontdekt, het laatste woord is nog lang niet gezegd!


Intussen kun je in dit boek lezen wat er al wel bekend is en wat verondersteld wordt. In kaders krijg je de informatie, met heel veel afbeeldingen erbij.
Soorten uit de verschillende perioden, welke dieren al eerder verdwenen. Dat kan op heel diverse manieren gebeurd zijn, het bekendste is de meteoriet die wel 10 tot 14 KILO-meter groot was, waardoor alles veranderde: wekenlang viel er zure regen, er was een enorme tsunami, maandenlang kwam er geen zonlicht op de aardbol, en oceanen werden onleefbaar. Toch hebben bepaalde dieren het overleefd, en zij evolueerden opnieuw tot nieuwe soorten.


Maar ook daarna verdwenen er soorten, en hier komt toch een waarschuwing om de hoek kijken: wij, de mens, zijn zelf vaak de oorzaak van het verdwijnen van soorten.
En zo sluit het boek af met een hoofdstuk waarin we opgeroepen worden om zuiniger te zijn op onze planeet. Geen overconsumptie, geen gebruik van gif, niet jagen op dieren, en nog meer. Dan nog een index, om handig te kunnen opzoeken.
Een prachtig boek, met heel veel informatie. Mooie afbeeldingen, en goede indeling. Moeilijke terminologie wordt duidelijk uitgelegd.


Jingmai Kathleen O'Connor (Los Angeles) is een paleontoloog en werkt als curator bij het Field Museum.


ISBN 9789047715214 | Hardcover | 64 pagina's | NUR 223 | Uitgeverij Lemniscaat | december 2023
Vertaald uit het Engels door Ezra van Wilgenburg | Illustraties van Maria Brzozowska | Leeftijd vanaf 10 jaar

© Marjo,  12 januari 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER