Téa Obreht

altDe tijgervrouw van Galina
Téa Obreht


Een jonge vrouw gaat op zoek naar de betekenis die haar grootvader in haar leven had. Het verhaal speelt in een recent verleden tegen de achtergrond van de verscheurde Balkan, in fictieve plaatsen.
Het is een verhaal dat bepaald wordt door het verschuiven van grenzen, er is een herijking nodig, ineens is wie vroeger je naaste buur was, nu een buitenlander. Wantrouwen alom, soms ook uitlopend in vijandschap alleen omdat je een ander dialect spreekt. Want door je manier van spreken verraad je waar je vandaan komt.


‘Die ene Nobelprijswinnaar was niet meer van ons maar van hen; we vernoemden ons vliegveld naar de excentrieke uitvinder die niet langer van ons allemaal was.’


Natalia is arts geworden, mede doordat ze een speciale band had met haar grootvader die ook arts was. Ze weet dat ze hem teleurgesteld heeft door er niet altijd voor hem te zijn, maar hun band bleef sterk.
Als ze met een collega-vriendin onderweg is om kinderen te gaan inenten in een weeshuis, hoort ze dat hij is overleden. Volgens oma was hij op zoek naar haar, maar ze wist dat niet. Wat ze wel wist, en oma niet,  is dat hij ongeneeslijk ziek was.
Na een niet altijd even soepel verlopen reis komen de twee jonge vrouwen aan in het dorp waar het weeshuis staat. Daar worden ze niet met onverdeeld genoegen onthaald.  Ook hoort Natalia ineens de naam vallen van de plek waar haar grootvader gestorven is. Het was toch in de buurt, was hij toch naar haar op weg? En in een opwelling verlaat ze het dorp zonder iemand iets te vertellen: ze gaat op zoek naar de plek waar haar grootvader zijn laatste adem heeft uitgeblazen en waar zijn spullen nog zijn. Op zoek naar het verleden.
Intussen maakt haar oma zich erg druk over dat ze niet de veertig dagen heeft die men na een overlijden in acht moet nemen.


‘De veertig dagen van de ziel beginnen op de ochtend na het overlijden. Die eerste nacht, voordat de veertig dagen beginnen, ligt de ziel nog roerloos op de bezwete kussens en kijkt ze toe hoe de levenden de handen vouwen, de ogen sluiten en het vertrek verstikken met rook en stilte om haar weg te houden bij deuren, ramen en kieren in de vloer zodat ze niet als een rivier uit het huis zal wegstromen. De levenden weten dat de ziel hen zal verlaten bij het aanbreken van de dageraad om plekken uit het verleden te bezoeken: scholen en studentenhuizen uit haar jeugd, legerbarakken en kazernewoningen, huizen die met de grond gelijk zijn  gemaakt en daarna herbouwd, plekken die herinneringen oproepen aan liefde en schuld, problemen en ongebreideld geluk, optimisme of aan prettig momenten die voor anderen nets te betekenen hebben. Soms voert de reis zo ver weg en duurt die zo lang dat ze vergeet terug te komen. Om die redenen staken de overlevenden hun rituelen. Om ervoor te zorgen dat de ziel weer terugkeert, zullen zij veertig dagen lang niet schoonmaken, wassen, opruimen noch haar eigendommen weghalen, in de hoop dat sentiment en verlangen haar huiswaarts zullen drijven’


Bijgeloof, zei opa, maar intussen vertelde hij zijn kleindochter verhalen waarin ook alles niet op de realiteit kon berusten. Er was dat verhaal over de onvergankelijke man, een mythisch persoon die meerdere maken op zijn pad kwam, aan wie hij het Jungleboek (van Kipling) 'schuldig' was dat hij altijd in zijn jaszak bij zich had. Natalia moet het weten: is het boek er nog?
Intussen beseft ze hoe haar grootvaders verhalen samenhingen met hun bezoeken aan de dierentuin, waar ze hun tijd vooral doorbrachten bij de tijgers.


Het is een indrukwekkend verhaal geworden over een verscheurd land, over een door bommen geteisterde stad waar niemand zich meer bekommerde om de Zoo, met alle gevolgen van dien.
De tijgervrouw, symbool van een oorlog, vormt de kern van dit verhaal, waarin Obreht regelmatig afdwaalt in verhalen die schijnbaar niets met het geheel te maken hebben. Nu is dat soms ook niet zo, maar het zijn wel allemaal boeiende verhalen, af en toe wat bizar, maar niet zonder betekenis. Het zit knap in elkaar, er is steeds de afwisseling tussen het verleden en het heden, en er zijn naast de verhalende stijl ook aangename dialogen.
Tegelijk blijft het een boek over de liefde tussen een opa en zijn kleindochter.


ISBN 9789056723668 | hardcover | 352 pagina's | Signatuur | oktober 2011

© Marjo, 7 november 2011

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER!