Marieke Groen

http://mariekegroen.blogspot.com

 

altDe andere familie Klein
Marieke Groen


Amber is niet gelukkig binnen het gezin Klein. Haar vader vindt klappen uitdelen heel opvoedkundig en met de strenge regels die hij het huishouden oplegt,  gebeurt het nogal eens dat er klappen vallen. Hij is ook vulgair, vindt Amber, en onaardig. Haar moeder is onderdanig naar hem toe, maar legt intussen het gezin haar eigen strenge regels op.Haar opa en oma bieden een toevluchtsoord voor het jonge meisje, tot ze ontdekt dat opa geheimen heeft. Dan voelt het huis van opa en oma minder veilig.  Ze vertelt er niemand iets over, maar als ze de kans krijgt gaat ze op meer informatie uit. Zo ontdekt ze de andere familie Klein.


Als opa komt te overlijden is haar oma nergens meer. Ze verwaarloost zichzelf, eet nauwelijks, het wordt een zooi in huis. Amber doet haar best te helpen, ze gaat er heen na school, of ze spijbelt. Want op school is het ook niet leuk. Vriendinnen heeft ze niet. De enige die met haar om wil gaan is een jongen die ook door de anderen uitgekotst wordt. Helemaal betrouwbaar vindt ze hem niet, maar als ze zijn achtergrond leert kennen is ze wel jaloers: daar druipt de genegenheid er van af! Ze spijbelt heel vaak, hetgeen niet verborgen blijft.


Waarom zegt de vader niet gewoon waarom hij Amber dood zwijgt, weken lang? ‘Je weet dat wel’. En daarmee is de kous af. De lezer weet: De vader is op school geweest, dus het zal het spijbelen wel zijn. Het wordt niet expliciet gezegd zoals bar weinig wordt verklaard.
Schrijnend is het te lezen dat Amer haar best doet om weer in genade aangenomen te worden. Of dat lukt?
Al met al is er weinig vrolijkheid in het leven van Amber. Ze meent aandacht te kunnen krijgen van een gevangene, die ter dood veroordeeld is in Amerika, zoals haar moeder er diverse briefwisselingen op na houdt. Waarom ze dat doet, wordt niet duidelijk. Het loopt voor Amber niet zoals ze dacht. Waarom schiet de vader uit zijn slof als Amber de naam Jacintha noemt? En in hoeverre is oma op de hoogte?


Het boek wordt verteld vanuit het pubermeisje Amber. Daardoor is de roman erg eenzijdig, en moet de lezer veel dingen zelf invullen. Zo lezen we tussen de regels door dat ze een eetstoornis ontwikkelt, al weten we niet hoe het daarmee afloopt. Er is ook afstand: er is sprake van de vader, de moeder, het broertje. Amber voelt duidelijk weinig verwantschap.


Ik hoop voor Marieke Groen dat dit geen autobiografisch relaas is, zo somber en akelig is het. Maar het is wel het soort verhaal dat vaak geschreven wordt in de Nederlandse literatuur. Schrijvers willen hun ervaringen van zich afschrijven.Het levert in ieder geval een beklemmend verhaal op. Vrolijk word je er niet van.


Marieke Groen
(Amstelveen, 1966) volgde de opleiding jeugdwelzijnswerk (HBO-J) in Amsterdam en werkte daarna o.m. als freelance journaliste en soapschrijver bij Goede Tijden Slechte Tijden. In 1993 verscheen haar eerste boek, een biografie van U2, getiteld The Spark that Set the Flame.
Daarna schreef ze verhalen, die verschenen in de bundels Net als Barbapapa (1999), Zeven meter onder water (2001) In 2006 verscheen de roman Koortsgloed, en in 2011 de roman Liefde is een afspraak.


ISBN 9789400402805 | Paperback | 256 pagina's | Uitgeverij Thomas Rap | april 2015

© Marjo, 6 februari 2016

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Koortsgloed


Moira Oblong, dertig, samenwonend met Koen, staat op het punt promotie te maken op haar werk bij een populair tijdschrift. Ze is én niet gelukkig én niet ongelukkig en wil er eerst nog een paar maanden tussenuit, om weer te kunnen voelen, zoals ze het zelf uitdrukt.
Ze vindt voor drie maanden een baantje als vrijwilligersbegeleidster bij een archeologisch project in Egypte. Al snel reist ze via Cairo naar Luxor. In de periode dat ze in Egypte verblijft, begeleidt ze verschillende groepen vrijwilligers die werken in het team van de Nederlandse archeoloog professor Van Backhuyzen (doctor Venbokhoisah), die op zoek is naar het graf van Siptah de Tweede, een farao die slechts een jaar regeerde en dientengevolge ook nauwelijks bekend is. Het werk is warm, saai, stoffig, ze hangt een beetje tussen de (jonge) vrijwilligers en het opgravingsteam in, ze hoort nergens echt bij. Ze is kortom redelijk eenzaam.
Als ze dan ook al vrij snel de Egyptische archeoloog Omar Maspero leert kennen wekt het dan ook geen verbazing dat er al snel een vriendschap ontstaat, die, na een soort orgie bij een in Luxor wonende expat, verandert in een relatie. Omar werkt aanvankelijk ook bij de opgraving, maar wordt al snel ontslagen omdat hij afstamt van een familie van grafrovers en je weet maar nooit... Hoe hij nu in zijn levensonderhoud voorziet blijft onduidelijk al worden er wel hints gegeven die erop wijzen dat zijn handel en wandel ook niet geheel fris is en er waarschijnlijk toch wel sprake is van een aartje naar zijn grootvaartje. Inmiddels is op de opgraving de belangstelling voor Siptah veranderd in een koortsachtige opwinding omdat men meent op het spoor te zijn van de nooit gevonden mummie van Hatsjepsoet, de enige vrouwelijke farao van het oude Egypte.


We switchen van zweterige scènes in de hotelkamer naar het stoffige opgravingsgebeuren en vice versa, afgewisseld met kleine colleges Egyptische geschiedenis door professor Van Backhuyzen.Voor we het weten zijn de drie maanden om, loopt de relatie met Omar op zijn eind, raakt de prof uit het zicht en maakt Moira zich op naar Nederland terug te keren, naar haar werk, haar huis, haar relatie.
Op de terugweg loopt ze in Cairo Omar tegen het lijf, in gezelschap van zijn vriendin, en telefoneert ze met de professor. De dingen blijken toch anders dan het verhaal deed vermoeden...


Een aardig boek, maar niet meer dan dat. Het is géén historische roman, géén chicklit, géén misdaadroman, géén psychologische roman. Het boek heeft van alles wat, maar het lijkt alsof de auteur geen keus heeft kunnen maken tussen de verschillende genres en daarom maar van alles wat heeft genomen. Er zitten zeker boeiende elementen in, maar ze worden geen van alle echt uitgewerkt. Jammer, een duidelijke keus had het boek mijns inziens beter gemaakt.


© janna2, 8 augustus 2006

ISBN 90 468 0075 X | Paperback | 256 pagina's | Nieuw Amsterdam | mei 2006

Reageren? Klik hier!

 

Koortsgloed


Moira is een Amsterdamse yup: ze heeft een aardige baan bij een meidenblad, en ze heeft een leuke vriend, met trouwplannen. Maar tevreden is ze niet, en als op een dag haar redactrice haar vertelt dat ze vindt dat Moira haar maar moet vervangen tijdens haar zwangerschapsverlof, en daarna samen met haar die baan moet delen, wordt Moira als het ware wakker. Wil ze dit wel? Promotie is natuurlijk iets waar ze blij mee moet zijn, maar zo voelt ze zich niet. Als ze het 's avonds aan haar vriend vertelt barst ze in snikken uit. Die reageert ook al niet helemaal zoals ze wil, maar wat wil ze nu eigenlijk?


Ze neemt een sabbatical, en reageert op een advertentie waarin gevraagd wordt om een vrijwilligersbegeleider voor een archeologisch project.
Dit is totaal anders dan haar huidige leven, maar wie a zegt, moet b zeggen, dus daar staat ze dan: in Egypte, helemaal alleen, om er drie maanden te werken als een soort intermediair tussen een archeologisch team en Nederlandse vrijwilligers.
Ze ontmoet er een Egyptenaar, Omar, een man die haar bekend voorkomt. Hij lijkt op een vroeger vriendje denkt ze. Deze man is degene die het leven voor haar de drie maanden die ze in het Dal der Koningen doorbrengt dragelijk maakt. Zonder hem was ze erg eenzaam. De archeoloog is best bereid privé-colleges te geven over de verschillende farao's en dynastieën, maar hij behandelt haar als een sloofje. De vrijwilligers zien haar ook al niet als gelijke, de jongens willen wel wat met haar proberen, en dat wil zij niet, en de meiden wensen haar gezelschap niet.
Van de belofte aan haar redactrice dat ze alvast ideeën door zou mailen, komt niets terecht, en de contacten met Koen, haar vriend, zijn ook al niet bevredigend. Dus concentreert ze zich helemaal op Omar... drie maanden lang.


Als er niet de informatie over Egyptische koningshuizen en over de werkwijze van de archeologen was, dan zou ik dit boek een onvervalste chicklit noemen. Een yup die niet tevreden is, de foute man-vrouwverhouding, de nodige seksscènes, het is er allemaal. Moderne woordkeus, vlot verteld, het hapt lekker weg. Chicklit met een tikje meer dus.

En... er zit een duveltje in het doosje... het is allemaal niet wat het lijkt!

ISBN 90 468 0075 X | Paperback | 256 pagina's | Nieuw Amsterdam | mei 2006

© Marjo, 8 augustus 2006

Reageren? Klik hier!