Waarvan wij droomden
Julie Otsuka
Meisjes zijn het nog, soms pas dertien, die uit hun vertrouwde wereldje getrokken worden. Ze gaan op weg naar Amerika, waar een man op ze wacht. Ze hebben geen benul, geen idee wat hen aan de andere kant van de wereld te wachten staat; ook de enkeling die al ervaring heeft met mannen niet.
Ze zijn vol vertrouwen, die man waarvan zij de foto koesteren zal hen immers opwachten. Dat hun beloften waardeloos zijn en dat ze zelfs niet de man zijn die op de foto staat, of minstens twintig jaar ouder, ze weten het niet. Het is een droom die zij waar gaan maken: het rijke Amerika zit te wachten op hen, Japanse meisjes.
Het is vanaf het begin duidelijk: de vreselijke reis is niet het enige erge: de mannen hebben alleen maar gekozen voor Japanse meisjes om hen te gebruiken of erger te misbruiken. Een enkeling treft het, het merendeel niet. En het wordt nog erger: op het moment dat ze zich eindelijk wat thuis beginnen te voelen, en hun kinderen grootbrengen als Amerikaanse staatsburgers, komt de oorlog. Geen enkele buitenlanders is meer welkom in Amerika, maar vooral Duitsers en Jappen niet. Zonder pardon worden ze – opnieuw – uit hun veilige en vertrouwde wereldje gerukt.
‘We werden gewaarschuwd: blijf bij ze uit de buurt. Als je echt naar ze toe moet, doe het dan voorzichtig. Geloof niet altijd wat ze je vertellen, zorg er voor dat je ze nauwlettend bestudeert: hun handen, hun ogen, hun mondhoeken, plotselinge veranderingen van hun huidskleur. Al snel zul je de signalen kunnen lezen. Voorkom echter dat je gaat staren. Gaandeweg raak je gewend aan hun lengte. Ga uit van het ergste, maar wees niet verbaasd als ze opeens aardig doen. Overal is goedheid. Zorg er voor dat ze zich op hun gemak voelen. Wees nederig. Wees beleefd. Geef aan dat je het ze graag naar de zin wil maken. Zeg: ’Ja, meneer’ of ‘Nee, meneer’ en doe wat je wordt gevraagd’
Is het vreemd dat meisjes die op deze wijze de ruwe westerse wereld instapten, van een koude kermis thuis kwamen? De dromen die zij droomden waren bedrog, en een voorbereiding als deze instelling hielp daar niet aan mee.
Wat dit boek apart maakt is dat Julie Otsuka al deze vrouwen één stem geeft. Met z’n allen zijn ze de ‘wij’ die de verteller is. Het is een grote groep vrijwel anonieme vrouwen, heel verschillend en toch gelijk door deze ene ingrijpende ervaring. Er is een soort algemeen bewustzijn waar Julie Otsuka toch ook de individuele aspecten wil benadrukken. ‘Sommigen van ons... sommigen van ons.... anderen...’
Het heeft ook nadelen: er is niet één leven, niet één Japanse vrouw van wie we het hele verhaal kennen. Ik ben bang dat daardoor het boek niet zal beklijven.
De sfeer wel misschien. En het idee hoe immigranten, van welk geslacht of ras dan ook, behandeld worden: ze zullen nooit eigen worden, nooit deel uitmaken van de nieuwe samenleving, slechts met moeite een weg banend voor hun nazaten. Ook zullen ze altijd in tijd van nood de zondebok zijn, degene die de schuld krijgen. ‘Go home’ . We kennen het.
ISBN 9789048818112| Hardcover| 142 pagina's |Uitgeverij Mistral | september 2013
Uit het Engels vertaald door Joris Vermeulen
© Marjo, 1 december 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Waarvan wij droomden
Julie Otsuka
Op
een een prachtige, heel indringende, directe manier wordt in dit boek
verteld over een groep Japanse vrouwen die zo'n kleine eeuw geleden op
de boot stapten naar San Francisco en aan een nieuw leven begonnen in
een voor hun totaal onbekend land met Japanse mannen die ze alleen van
een foto kenden.
"Op de boot waren
de meesten van ons nog maagd. We hadden lang, zwart haar, platte brede
voeten en waren niet heel groot. Sommigen van ons hadden als jong meisje
niets anders gegeten dan rijstpap en hadden iets kromme benen, en
sommigen van ons waren nog maar veertien en nog niet eens volwassen.
Sommigen van ons kwamen uit de stad en droegen elegante stadse kleren,
maar veel meer van ons kwamen van het platteland en droegen op de boot
de oude kimono's die we al jaren droegen: verschoten krijgertjes van
onze zussen die al heel vaak versteld en opnieuw geverfd waren. Sommigen
van ons kwamen uit de bergen en hadden nog nooit de zee gezien, behalve
dan op de afbeeldingen, en anderen waren de dochters van vissers die
hun hele leven op zee hadden gezeten."
Op de boot
kunnen de vrouwen nog dromen en fantaseren over hun nieuwe leven maar
eenmaal in Amerika belanden ze in de harde werkelijkheid. De mannen
vallen mee of tegen, zijn knapper of lelijker dan op de foto, hebben
gelogen of waren te bescheiden, zijn liefdevol of wreed, rijk of arm.
Meestal arm. Het huwelijk wordt een succes of een beproeving.
Doorheen
het boek volgen we het leven van deze vrouwen die in het boek geen
eigen identiteit krijgen. Dat maakt het verhaal des te aangrijpender.
Een collectieve stem vertelt het verhaal over de vrouwen, hoe er over
hen, de Japanse vrouwen, gesproken wordt. Ze zijn een groep, hebben geen
(achter)naam, ze hebben zelfs hun eigen naam niet meer.
"Ze
gaven ons nieuwe namen. Ze noemden ons Helen en Lily. Ze noemden ons
Margaret. Ze noemden ons Pearl. Ze keken vol verbazing naar onze kleine
afmeting en ons lange, glanzende zwarte haar. Ze prezen ons omdat we zo
hard werkten. Dat meisje stopt niet eer ze haar karwei af heeft.
Ze schepten over ons op tegenover hun buren. Ze schepten over ons op
tegenover hun vrienden. Ze beweerden dat ze veel meer op ons gesteld
waren dan op alle anderen. Er is geen beter soort hulp te vinden."
De
vrouwen werken hard, op het land, in hotels, in de wasserette, als hulp
in de huishouding, in restaurants. De vrouwen wonen in krotten, in pensions, op boerderijen, in een klein kamertje boven de wasserij. De
vrouwen leren goed Engels spreken of komen niet verder dan dankuwel en
'solly'. De vrouwen komen de Japanse wijk niet uit en leven zoals ze in
Japan deden of proberen te integreren in hun nieuwe land.
De vrouwen krijgen kinderen:
"Sommigen
van hen ontwikkelden een bijzonder groot vocabulaire en werden de beste
leerlingen van hun klas. Ze wonnen prijzen voor het beste opstel over
Californische veldbloemen. Ze ontvingen de hoogste wetenschappelijke
onderscheidingen. Ze kregen meer gouden sterren van hun docenten dan wie
ook. Anderen raakten elk jaar tijdens het oogstseizoen achterop en
moesten telkens een jaar doubleren. Eentje werd op haar veertiende
zwanger en werd naar haar grootouders gestuurd, die in het uiterste
westen van Japan een zijderupsenkwekerij hadden.
De
vrouwen zijn bescheiden, stil, vriendelijk, want je weet maar nooit. Ze
worden nauwelijks opgemerkt, gaan bijna anoniem door het leven en doen
de dingen die ze moeten doen. Uiteindelijk wennen ze aan hun nieuwe
woonplaats, ze vinden hun draai, ze hebben een nieuw leven opgebouwd en
dan breekt de Tweede Wereldoorlog uit. In 1942 valt Japan Pearl Harbour
aan...
In het prachtige boek Hotel op de hoek van bitter en zoet van dezelfde uitgever las ik
voor het eerst over de internering van Japanse mensen in Amerika. Na de
aanval op Pearl Harbour in 1942 waren alle Japanners ineens 'de vijand'. Ik las het met verbijstering.
Dat
boek was al verpletterend maar dit boek nog veel meer. De houding van
de Amerikanen is onvoorstelbaar. De Japanse mensen zijn ineens spionnen,
'ze' bereiden intern, in Amerika, een invasie voor, 'ze' zijn de vijand en
moeten streng in de gaten gehouden worden.
Gek genoeg bestáán 'ze' dan
ineens, krijgen 'ze' ineens een 'gezicht'. De buren zíen 'ze' eindelijk
maar zijn, door hun pure onwetendheid of kennis over Japanse mensen,
ineens enorm bang voor 'ze'! 'Ze' moeten verdwijnen, 'ze' moeten weg!
Julie
Otsuka heeft een boek geschreven dat een verpletterende indruk maakt.
Haar taal is anders dan in elke ander boek dat ik gelezen heb maar juist
daardoor heeft het zo'n enorme impact. Ze vertelt alles vanuit de
vrouwen met af en toe één enkele schuingedrukte zin er tussendoor die
een soort commentaar geeft op het voorgaande. Die zin hakt er vaak in,
is precies de kern waar het om draait.
Julie Otsuka heeft
gebeurtenissen beschreven die nauwelijks bekend zijn, maar dankzij haar manier van schrijven zal je het nu nooit meer vergeten. Ze schrijft
geschiedenis over geschiedenis.
Een adembenemend, fantastisch, verbijsterend, beklijvend, ontroerend en krachtig boek.
ISBN 9789048818112 Hardcover 142 pagina's Uitgeverij Mistral september 2013
Mooi en vakkundig vertaald door Joris Vermeulen
© Dettie, 22 september 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER