Henri van Nispen

literatuurHet geheim van de Nazoreeërs


Antonius Julianus krijgt de opdracht van de Romeinse gouverneur om een poolshoogte te gaan nemen in de gebieden die men de joodse gewesten noemt, en die pas aan het Romeinse Rijk zijn toegevoegd. Herodes Antipas zorgt er voor problemen: hij heeft zijn echtgenote verstoten en is getrouwd met de vrouw van zijn halfbroer. Volgens de joodse wet mag dat alleen als de eerste echtgenoot kinderloos in gestorven. Maar er is een dochter: Saloma. En de familie van de verstoten vrouw is Arabisch, zij zint op wraak. Het rommelt dus aardig in de streek.
Er zijn geruchten dat de prefect Pontius Pilatus de rebellen niet aan kan. Antonius reist af met Silvanus, zijn trouwe vrijgelatene, Marcus, zijn slaaf en Priscilla, zijn minnares van joodse afkomst. Antonius doet zich voor als een Syriër, een geneesheer.
Als het gezelschap door Galilea reist, op weg naar Jeruzalem, worden zij overvallen door een groep Galileeërs bij wie tekst op hun kleding werd aangetroffen: 'Geen heerser dan JHWH'. Later komen ze aan een meer, het meer van Gennesar, waar ze zien hoe een man over water loopt. Eigenlijk interesseert het Antonius niet hoe die man, die over een rotspartij onder water blijkt te lopen het volk bedriegt, maar ene Klopas bedreigt hem omdat zijn bedrog ontdekt is. Klopas, ontdekt Antonius, is de leider van een bende waartoe ook Jozua behoort, de man die over het water liep en die schijnbaar een magiër is. Ook Jochanan, die gevangen genomen is door Herodes, hoort bij hen.
Antonius komt bij het legerkamp van Herodes, waar net een paar moorden werden gepleegd. Wil hij niet als de moordenaar aangewezen worden, dan zal hij, zegt Herodes, de dader moeten vinden. Later, in Jeruzalem, krijgt hij de opdracht van Pontius Pilatus om uit te zoeken wie en wat Jozua de Nazoreeër is. Dit is het verhaal.


Het moge duidelijk zijn over wie dit boek gaat. Maar omdat de namen allemaal net anders zijn dan die ik ken, heb ik toch maar even gegoogled om meer te weten te komen. Het boek heeft ook toevoegsels: 'glossen', (hetgeen korte verklaringen betekent), een verklarende woordenlijst waarin de betekenis van de vele Romeinse, joodse en andere termen wordt uitgelegd, een lijst van historische personen en nog een korte lijst met de dramatis personae.
Vooral de lijst met historische personen heb ik er veel op nageslagen, mijn kennis van de geschiedenis van die tijd is niet zo dat ik het allemaal kan volgen. En dat brengt me eigenlijk bij de vraag voor wie dit boek geschreven is.
Het is geen gewone roman. Er is sprake van een historische achtergrond, maar de personages zijn deels fictief, zoals ongetwijfeld ook de gebeurtenissen. Het is een interpretatie van het Jesus-verhaal, vanuit een verrassende hoek. Niet iedereen zal dat waarderen. In hoeverre de beschrijving van het leven in die tijd klopt, kan ik niet beoordelen.
Je zou het kunnen lezen als een 'spannend boek', maar iemand die alleen maar een spannend verhaal wil lezen, heeft doorgaans geen zin om informatie te gaan zoeken. Die moet duidelijk in het boek staan. Dan is dat een makke: je moet beschikken over de nodige voorkennis, de toevoegsels zijn niet voldoende.
Afgezien hiervan is het verhaal vlot geschreven en beschikt de schrijver onmiskenbaar over talent, en ik heb het dan ook met plezier gelezen.

"De koude wind voorspelde een schrale oogst. Ik stelde me voor hoe het volk naar de stem van de wind luisterde- die sprak van sneeuw in de bergen en honger in de dorpen. Toen liet de wind de nacht hangen en trok naar de verlichte huizen in de stad. Hier was niemand die hem hoorde, hier hingen aller oren naar de bron van hun rijkdom: de tempel. Dus ging hij verder en zocht de synagogen waar de dorpsoudsten zich verzamelden om de toestand in het land te bespreken. En de wind lachte. De ouden zagen vreemde dingen aan de hemel, geesten die in verwrongen vormen door de lucht zweefden, regen in bloed veranderd, onweer dat doem opriep. De wind wist dat het inbeelding was. Hij kende zijn macht en die van zijn gelijken, die ze deze vreemde dingen liet zien. Het was bijgeloof, fantasie, de bron van wat de ouden hun geloof noemden."


Isbn 978 90 6728 232 1 2009 Paperback 318 pagina's | Papieren Tijger | juni 2009

© Marjo, juli 2009

Lees de reacties op het forum, klik HIER