Boekenarchief H

Hella S. Haasse

http://www.hellahaasse.nl

http://www.hellahaassemuseum.nl

 

Irundina
Hella S. Haasse


En dan ben je in de bibliotheek en zie je een boekje liggen van Hella S. Haasse dat je nog niet kent. Dat moet mee natuurlijk.


"Ze is tweeëntwintig, maar zo klein en tenger als een meisje van twaalf. Ze heeft donkerbruin haar en grote donkerbruine ogen. Haar voornaam bestaat eigenlijk niet, zegt ze zelf."


Zeg nou zelf, dit is toch het begin van een sprookje? En dit is ook de manier waarop Hella S. Haasse het hele verhaal aan ons vertelt.


Het tengere meisje heet door een misverstand bij de burgelijke stand, Irundina, Dat brengt ongeluk moppert haar moeder want alle Portugese meisjesnamen beginnen met Maria. Haar zusjes heetten Maria Manuela en Maria Fatima.
Het gezin is arm en de ouders sappelen om het hoofd boven water te laten. Als Irundina acht jaar is sterft haar vader en zoals dat gaat in arme gezinnen moet Irundina vanaf die tijd voor en na schooltijd werken op het land. Haar zusjes zijn ziekelijk en kunnen niet zoveel.


Irundina werkt hard en helpt haar moeder met alles. Ze wassen ook kleren voor mensen en tot 's avonds laat zijn ze aan de rivier in de weer om alles schoon te krijgen. Irundina leert ook strijken. Dan kan ze haar moeder nog beter helpen. 
Als ze tien is gaat ze van school omdat er geld in het laatje moet komen. Ze vindt een baantje en daarnaast helpt ze moeder.
Irundina moppert en klaagt niet. Het is nu eenmaal niet anders.

Maar dan wordt haar zusje ziek en moet naar het sanatorium, natuurlijk is daar in het arme gezin geen geld voor en omdat Irundina haar zusje heel graag weer beter wil zien, vertrekt ze illegaal naar Frankrijk. Daar krijgt ze meer geld voor haar werk.
Heel fijn heeft ze het niet, het is meer een Assepoesterbestaan. Ze werkt hard om zoveel mogelijk te verdienen voor haar zusje. Haar gezichtje wordt wit, haar benen mager, toch lukt het dankzij Irundina dat Maria Manuela naar het sanatorium kan.

De arme Irundina heeft wel heimwee en het werk is zwaar. Maar ze zet door. Soms werkt ze voor aardige mensen, maar meestal hebben haar mevrouwen hoge schoonmaakeisen. Ze kan niets zeggen want de wet is heel streng voor vreemdelingen. Ze is heel bang dat ze terug naar Portugal wordt gestuurd en dan kan haar zusje niet genezen.
Irundina ploetert en droomt van een ander bestaan, ze houdt altijd moed.


En dan komt het aanbod om terug te keren naar Portugal, daar kan ze werken...
Het lijkt een sprookje, maar is dat het ook?
Hoe loopt het af met Irundina? Krijgt zij het leven waar zij van droomt?


Zoals altijd heeft Hella S. Haasse dit 'sprookje' in de haar heel eigen wijze weergegeven. Het is fijn om weer even te mogen onderduiken in een erudiete, empathische vertelling geschreven in mooie stijlvolle taal. Het is echt een klein juweeltje maar eigenlijk had ik niet anders verwacht van deze grande dame van de literatuur.


ISBN 9789021402154 | Hardcover | 83 pagina's | Querido | 6 september 2016
Met illustraties van Sylvia Weve

© Dettie, 14 november 2022

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Het tuinhuis


Een zevental verhalen die op een na allemaal al eerder ergens verschenen zijn. De algemene thema is 'geheimen', maar Haasse vertelt haar verhalen zo realistisch dat er geen sprake is van geheimzinnig doen. Het gaat meer om de geheimen die er voor de omgeving opdoemen in het gedrag van mensen. Deze mensen zelf uiten zich niet, waardoor je als lezer ook in het ongewisse blijft. Haasse vertelt tussen de regels door, het is voor de lezer volkomen duidelijk, maar in de tekst staat het niet.

In het titelverhaal gaat het om de relatie tussen moeder en dochter. Tussen hen zijn veel geheimen, onuitgesproken zaken, en een onvermogen om hun gevoelens te uiten. Het is meer de dochter die daar last van heeft dan de moeder.
'Een perkara', 'de Lidah boeaja' vertellen over het zogenoemde Indië, het land dat vrijwel synoniem is met geheimzinnigheid, met raadsels, met een wazig verleden dat nooit helemaal duidelijk zal worden. Je kan nog zo je best doen om te proberen te achterhalen wat er allemaal gebeurd is, je zal de finesses nooit kennen.
Dat is iets wat voor ieder mens geldt: het verleden is onkenbaar. Haasse maakt er prachtige verhalen van, in een wat ouderwetse stijl, waarin haar hoofdpersonen nooit helemaal tot leven komen. Ze blijven schimmen, wazige karakters. Maar tegelijk heel herkenbaar, dus toch echt. Mensen zoals mensen zijn, want wie kent ooit de ander?
Voor mij zit de kracht van Haasse is de tegenstelling van haar realistische stijl versus het magische van de verhalen. Ongrijpbaarheid versus herkenbaarheid.

 

ISBN 978 90 214 6760 3 Hardcover 160 pagina's | Em. Querido's Uitgeverij | november 2006

© Marjo, december 2008

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Heren van de thee

 

 

Het verhaal van Rudolf Kerkhoven en zijn vrouw Jenny is gebaseerd op ware gebeurtenissen. Hella Haasse heeft de beschikking gekregen over zijn brieven die hij in de loop van zijn leven schreef. Toch is het een roman tussen de brieven door. De taal is prachtig, vroeger waren mensen goed in het schrijven van brieven en de auteur heeft de stijl goed doorgevoerd in het verhaal.

Ook is er een hoofdrol voor de natuur op Java. Die natuur wordt zo mooi beschreven dat je er eigenlijk meteen naar toe wil. Er zal natuurlijk veel veranderd zijn want het boek begint in 1873, geeft dan een terugblik naar 1869 en eindigt in 1918.

Het gaat over theeplantages en de Nederlanders die zich daar mee bezig hielden. In het bijzonder Rudolf Kerkhoven. Wij volgen hem van het begin, als hij pachter wordt van een stuk land en het in cultuur brengt en daarmee succesvol is. Hij is eenzaam maar wil geen Indische vrouw nemen. Hij is een man van eer, een beetje star, een beetje verongelijkt. Dat wordt naarmate hij ouder wordt steeds sterker. Het is voor mij niet echt een aangenaam mens.

Bij zijn zus Cateau, die in Batavia woont ontmoet hij Jenny en is op slag verliefd. Hij doet een aanzoek, via zijn vader, maar wordt afgewezen. Jenny is te jong. Een jaar later probeert hij het opnieuw en wordt Jenny zijn vrouw.,p>Het leven dat zij lijdt valt haar erg tegen. Zij is dan ook pas achttien, wordt zwanger en voelt zich niet erg gelukkig. Het huis is niet erg comfortabel, ze is bang voor het oerwoud, dat erg dichtbij is en er is geen enkele afleiding. Ze moeten erg zuinig leven, Rudolf vind dat niet erg maar voor haar valt het niet mee. Er wordt een zoon geboren, dan raakt ze zwanger van een dochtertje die maar enkele uren leeft. Kort daarna nog een zoon. Ze kan niet reizen en als haar vader overlijdt gaat Rudolf in haar plaats.

In totaal worden er vijf kinderen geboren, die allen later redelijk succesvol zijn. Jenny echter wordt steeds neerslachtiger. Na de tweede reis naar Holland gaat het niet goed met haar maar er kan niet over gesproken worden tot Bertha, haar jongste dochter het bij haar vader opbrengt. Het blijkt dat hij al met een arts over Jenny heeft gesproken. Ik denk dat wij haar nu manisch-depressief zouden noemen.

Het is een zwaar bestaan daar in de koloniën. Dat is een beeld dat duidelijk wordt in deze roman. De Nederlanders waarover deze roman gaat, die vol ondernemingslust probeerden, ook voor de bevolking een beter en rechtvaardiger leven te creëren. Je gaat door dit boek anders tegen de dingen aankijken. Het was zeker niet zo dat het allemaal uitbuiters waren. Ik denk dat de meesten het beste met het land en zijn bevolking voorhadden.

Het is een erg mooi boek. Ik had het al gelezen kort nadat het in 1992 was uitgekomen. Maar ik ben blij dat ik het nog een keer gelezen heb.

 

ISBN 9021465264 Verschijningsdatum in deze uitvoering 9/1998 Bindwijze Paperback Aantal pagina's 598 blz. Quierido

Lizzy

Reageren? Klik hier!

 

Mevrouw Bentinck
of Onverenigbaarheid van karakter


Charlotte Sophie enig dochter van Anton II graaf von Aldenburg en Wilhelmine Marie prinses van Hessen Homburg groeit op met haar 13 jaar oudere aangenomen zus Lottgen (Charlotte, prinses van Nassau Siegen). Lottgen, trouwt met de vorst van Anhalt Köthen.
Op 13 jarige leeftijd ontmoet Charlotte Sophie in Aken de dertig-jarige rijksgraaf Albrecht Wolfgang zu Schaumburg Lippe en is onmiddelijk weg van hem. Ze aanbidt hem en wil met hém trouwen wat door iedereen als een gril wordt beschouwd.
Albrecht Wolfgang is weduwnaar en heeft twee zoontjes. Hij staat bekend om zijn nonchalance, waaghalzige jachtpartijen, voorkeur voor luxe en goede wijnen en zijn onvermogen met geld om te gaan. Staatszaken interesseren hem niet, zijn voorkeur gaat uit naar schone kunsten. Hij ambieert een militaire loopbaan. Zijn vader heeft hem een lege schatkist nagelaten en een vrouw met naam en fortuin zou hem zeer welkom zijn.
Anton von Aldenburg heeft ook grote financiële zorgen, een goede huwlijkskandidaat voor Charlotte zou meer dan welkom zijn. Graaf Albrecht is dus niet erg geschikt. Bovendien is Charlotte zeer eigenzinnig en Anton vindt haar nog niet rijp voor een huwelijk.
Lottgens man en haar twee kinderen komen te overlijden. Lottgen is dan 26. In het hoofd van haar pleegmoeder rijst het plan Lottgen aan de graaf zu Schaumburg Lippe te koppelen. En dat lukt haar. De graaf is gecharmeerd van Lottgen én ze heeft een flinke bruidsschat. Lottgen zelf is smoorverliefd op de graaf. Echter de zaak bekoelt door een misverstand en uitgerekend Charlotte Sophie treedt op als bemiddelaarster, uiteindelijk wordt er toch getrouwd. Lottgen is dan 28 en Charlotte 15. Lottgen vertrekt met haar man naar hun residentie Bückeburg. De graaf ontdekt dat zijn vrouw aardig en lief is maar dat hij geen belangwekkende gesprekken met haar kan voeren.


Charlotte's vader is ondertussen bezig een ontmoeting te arrangeren tussen huwelijkskandidaat Willem Bentinck en Charlotte Sophie. Na deze ontmoeting zegt Charlotte dat ze het een vreselijke man vindt en hem niet uit kan staan. Anton von Aldenburg vraagt Willem Bentinck geduld te hebben.
In oktober 1731 komen Lottgen en 'Lip' naar Varel, de residentie van de von Aldenbugs om te jagen. Lottgen jaagt niet maar Charlotte (16) geniet van de jacht. De graaf (33) wordt verliefd op Charlotte en ze beginnen een (platonische) verhouding.
Anton von Aldenburg gaat door met zijn plannen Charlotte Sophie aan Willem Bentinck uit te huwelijken, ondanks haar halstarrig weigerende houding. Op 1 juni 1733 trouwen zij. Charlotte is nog steeds verliefd op 'Lip' en hij is rusteloos en geprikkeld. Hij weet dat niet hij maar Bentinck haar in de lichamelijke liefde zal inwijden. Op de avond voor haar huwelijk stelt hij Charlotte half schertsend, half ernstig voor samen te vluchten. "Wij kunnen immers altijd zeggen dat wij elkaar ontmoet en 'gevonden' hebben voor ik Lottgen en jij Bentinck kende."


Het huwelijk is dan ook gedoemd te mislukken. Willem Bentinck houdt oprecht van zijn vrouw. Zij krijgen een zoon en Willem is zeer gelukkig. Ondertussen ontmoeten Charlotte en Lip elkaar regelmatig bij haar ouders of in zijn verblijf. De verhouding wordt voortgezet en blijft niet platonisch. Charlotte raakt zwanger en vermoedelijk is het kind van Lip. Zij noemt haar tweede zoon dan ook Albert Jean. Zij schrijft aan Lip: "Het ligt op mijn weg u zeer nederig te bedanken voor de eer die u mijn zoontje hebt willen bewijzen door hem toe te staan uw voornaam te dragen."


1738
Charlotte's vader overlijdt in juni onverwacht en zij vetrekt onmiddellijk naar Varel. In september komen ook Lottgen en Lip. Later wordt daarover als volgt geschreven: "Twee maanden na de dood van haar vader gedroeg zij zich al met hem op een manier die iedereen schokte".


1739
Charlotte reist naar Lottgen en Lip en dit blijft niet zonder gevolgen. Charlotte is zwanger. Zij vraagt een scheiding aan en wil dat de kleine Albert bij haar komt wonen. De oudste wil ze niet, die heeft volgens haar zeggen een vervelend trekje om zijn mond.
Willem Bentinck is kapot van verdriet maar stemt toe in de scheiding. Hij weet dan nog niet dat ze een kind verwacht. Willem weigert echter Albert naar haar te sturen.  (Willem ontpopt zich als een zorgzame vader die veel voor zijn kinderen en hun opvoeding over heeft). Als hij later hoort dat Charlotte zwanger is van Lip noemt hij het kind nooit meer bij de naam Albert maar gebruikt zijn tweede naam Jean.


Charlote bevalt van een zoon die zij laat verzorgen door een familie. Zij bezoekt hem regelmatig. Lottgen laat nooit blijken dat zij maar iets van de verhouding tussen Charlotte en Lip weet. Zij blijft vriendelijk en zorgzaam. Het is bijna onmogelijk dat zij niets weet. Door deze houding dwingt zij respect af. Vrienden en familie dringen aan op beeïndiging van de verhouding bij zowel Lip als Charlotte, maar beiden beweren dat hun liefde dermate groot is dat zij die niet kunnen opbrengen.. Tot zover het verhaal van Charlotte en Lip. In het boek kunnen we hen volgen tot de dood van de graaf maar ik heb liefdesverhaal uitgelicht. Alle historische feiten en onderlinge posities heb ik niet genoemd.


Het verhaal bestaat uit brieven aan familieleden e.d. en aan elkaar. Het wordt door Hella Haasee op de voor haar bekende afstandelijke wijze 'verteld' Je gevoelens over dit verhaal wisselen van verontwaardiging over het gedrag van Charlotte en Lip, tot beseffen dat zeker voor Charlotte het DE liefde van haar leven was. Zij werd tegen haar zin uitgehuwelijkt, zij hield al van Lip vóór haar huwelijk. In feite was ze zeer feministisch, volgde niet het protocol maar deed wat zij goed vond. Door haar (verwende) opvoeding en haar heldere verstand kwam zij vaak in conflict, met zichzelf en anderen.
Lip zegt in een notitie over haar: Als zij beter begeleid was in haar jeugd had zij een dame van betekenis geworden. Zij heeft het verstand, de spitsvondigheid, de charme daarvoor. Haar opvoeding was gericht op uiterlijkheden zodat zij niet haar geest heeft kunnen ontwikkelen, zij blijft een ruwe diamant die bij een juiste bewerking tot in het oneindige had kunnen stralen.


Uitvoering: Pocket, 815 bladzijden ISBN: 90 413 0025 2 Normale prijs: ¤ 7.50 Uitgeverij: Singel Pockets

© Dettie, mei 2005

Reageren? Klik hier!