Circe
Nell De Smedt
De veertienjarige Fiona maakt nogal eens nachtelijke uitstapjes, maar wat ze nu meemaakt zou er voor kunnen zorgen dat ze dat nooit meer doet: ze komt oog in oog te staan met een groot everzwijn. Net als ze denkt dat dit haar einde zal betekenen klinkt er een schot.
Het dier rent weg.
Waar kwam dat schot vandaan?
Het is Fiona’s kennismaking met Circe, een meisje van haar leeftijd, dat een gele regenjas met een grote capuchon draagt. Meerdere ontmoetingen volgen, en hoewel Circe een vreemd en raadselachtig meisje is - ze heeft er een handje van om nogal plotseling te komen en ook te verdwijnen - worden ze vrienden.
‘Fiona dacht aan de lege blik die Circe soms had. Ze wenste dat ze op dat soort momenten wist wat er in Circe’s hoofd omging, dat ze haar kon helpen. Helpen, het was een woord dat steun uitstraalde, betrokkenheid. Maar toch kreeg Fiona het zelf altijd benauwd als iemand haar hulp aanbood.’
Het is een vreemde relatie tussen Fiona en Circe. Je krijgt er als lezer de kriebels van. Dat blijkt terecht…
Als Fiona een weekend bij Circe logeert gebeuren er bizarre dingen. Fiona eindigt in een jeugdinrichting voor gestoorde jongeren.
‘Fiona dacht later nog weleens aan dat moment, aan de jeugdige zorgeloosheid van het hele tafereel, aan het licht en het gelach.‘
Is ze echt zelf in die inrichting binnengelopen? Ze mist stukken van haar leven, en wat is de rol van Circe precies? Wat wel duidelijk is, is dat het niet goed gaat met Fiona. Wat ze vertelt klinkt meer en meer bizar, vooral als ze soms laat merken dat ze het zelf ook niet meer gelooft.
Zeker als je bedenkt dat de schrijfster van dit boek zelf pas zestien is, is dit verhaal verbijsterend. Nell De Smedt is vast een fan van schrijvers als Stephen King, ze is namelijk zeer goed in staat om de lezer binnen te leiden in een fantastische volledig onbetrouwbare wereld. Dat doet ze door Fiona op te voeren als vrijwel enige verteller. Ze bevindt zich wel in die inrichting, en geeft toe dat ze iets mankeert, maar als ze ontdekt wat de diagnose is, wil ze daar niet in mee gaan.
Hoe betrouwbaar is haar verhaal? Natuurlijk gelooft ze zelf alles maar kunnen we dat als lezer ook allemaal geloven?
Als evenwel de beschrijvingen van de therapie wel juist zouden moeten zijn, blijkt dat de schrijfster niet echt op de hoogte is van het reilen en zeilen in zo’n inrichting. Maar misschien is daar ook haar verbeelding aan het werk?
Als lezer weet je het niet. En dat is nog wel het meest verbijsterende aan dit boek. Niets lijkt de werkelijkheid, omdat Fiona het uitgangspunt is, en we vrij snel ontdekken dat zij niet goed in haar hoofd is.
Eigenlijk is het wel makkelijk als je alles wat ogenschijnlijk niet klopt op dit soloperspectief kunt schuiven, en daarom is het jammer dat de schrijfster op het laatst toch wil verklaren. Want als ze dan de ouders als verteller laat opdraven gaat het fout. De tijdspanne klopt niet helemaal, en de relatie tussen de ouders en hun dochter komt niet geloofwaardig over.
En misschien vraagt De Smedt ook wel erg veel van de lezer als ze Jim opvoert in het verhaal.
Nell De Smedt (2002) schreef nu al haar debuutroman! Zeker zal ze nog moeten – kunnen – groeien, maar haar levendige fantasie belooft wat!
ISBN 9789044832044 | Hardcover | 290 pagina's | Clavis | mei 2018 | Vanaf 15 jaar.
© Marjo, 24 augustus 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER