Blue Bay Palace
Nathacha Appanah
‘Hier ben ik geboren, negentien jaar geleden. Precies op deze plek. Tussen de droomvakantie voor zesduizend euro, de onbetaalbare verlatenheid van een strand op weekdagen, en de kilo zwarte linzen voor drie eurocent waar je de hele week mee moet doen.’
Na de beschrijving van het eiland Mauritius, waar we op het zuidoostelijke puntje het dorp Blue Bay vinden, geeft de ik-verteller dit statement. Ik vind het een meesterlijk stukje tekst! Meteen zijn de verhoudingen neergezet in de sfeer waarvan dit verhaal past:
Een jong meisje, Hindoestaan, wordt verliefd op de hotelmanager van het hotel waar ze na de eerste ontmoeting gauw is gaan werken. Ze heet Maya en dat betekent illusie, ‘degene van wie men denkt dat ze is en die toch niet is’. Hoe waar.
Er volgt een onstuimige romance met David, in het geheim, want ja, die jongen is wel van een hogere kaste en zijn ouders zouden dit niet goedkeuren. Of haar eigen ouders het wel goed zouden vinden? Ook niet. Het kastenstelsel weegt zwaar.
Liefde maakt blind, Maya zag het niet aankomen, maar op een dag is David getrouwd… met een ander. Haar verdriet slaat om in woede, hoewel hun verhouding ‘gewoon’ doorgaat. Maar het is niet meer hetzelfde, en David plant onwetend het zaad voor haar wraak.
‘Sinds die vervloekte decembermaand is het langzaam maar zeker erger geworden. In het begin klonk dat getik af en toe in mijn hoofd. Nu raak ik het niet meer kwijt. ’s Nachts verandert het in getrommel, geschreeuw, gelach en getoeter.’
Dit eerdere werk haalt het niet bij ‘De laatste broer’.
Het waarom daarvan ligt hem denk ik in de achtergrond van het verhaal, ik houd van historische verhalen en deze is dat dus niet. Er is wel sprake van een traditionele achtergrond, maar dat is anders.
Maar: de taal en de stijl zijn helemaal in orde, en alleen al daarom is dit ook een aanrader. Een mooie kleine roman tegen een traditionele achtergrond, op het eiland Mauritius, waar toeristen geen idee hebben van de realiteit om hen heen.
ISBN 9789028420885| paperback | 112 pagina's | Wereldbibliotheek | juli 2005
© Marjo, 4 januari 2012
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De laatste broer
Nathacha Appanah
Eind december 1940 wordt een schip met 1500 Joodse vluchtelingen geweigerd in het Beloofde Land. Zonder enige verklaring in welke vorm dan ook worden ze als illegale immigranten verbannen naar de Britse kolonie Mauritius. Tot en met mei 1945 worden deze Joodse vluchtelingen ruim vier jaar in een gevangenis vastgezet.
In deze prachtige roman kruipt de Mauritiaanse-Franse auteur Nathacha Appanah in de huid van de zeventig jaar oude man Raj. Na 60 jaar keert Raj vol twijfels, schuldgevoelens en verdriet, met zijn herinneringen terug naar zijn kindertijd.
Raj is slechts negen jaar als hij plotsklaps, na een hevige cycloon in het dorp Mapou zijn beide broers verliest. Enige tijd na deze dramatische gebeurtenis verhuist het gezin naar Beau-Bassin. Zijn vader wordt daar te werk gesteld als bewaker in een gevangenis. Een vader, die behalve alcoholist ook zeer gewelddadig is en er niet voor terugdeinst om zijn agressie te uiten op zijn vrouw en zoontje. Eenmaal wordt Raj zo enorm toegetakeld dat hij in het ziekenhuis van de gevangenis belandt. Aldaar maakt hij kennis met David, een Joodse wees, een eenzame, vermagerde en ziekelijke jongen. Tussen de beide jongens ontstaat een warme vriendschap, voor Raj een mooie compensatie; hij ziet David als “een nieuwe broer”.
Op een dag ziet David kans het kamp te ontvluchten. Samen besluiten ze te ontsnappen op zoek naar een beter leven: slachtoffertjes van een kindertijd die zo mooi had kunnen zijn. Gedurende drie dagen dwalen de jongens letterlijk door de jungle met als doel het dorp te bereiken, waar hij ooit zo gelukkig was met zijn broers. Ze komen er echter nooit aan.
De hemel was een tapijt van sterren en ik voelde me hier veilig. Het was die nacht dat David zong en nu ik in de winter van mijn leven ben, nu ik in alle eerlijkheid kan terugkijken op wat ik heb gedaan, wat me is overkomen en wat ik al of niet verdiend heb, kan ik zeggen dat dat gezang een van de prachtigste dingen is die ik ooit heb gehoord.
Het is een verbijsterend goede vondst om vanuit de zeventig- jarige Raj terug te blikken naar het drama van zijn jeugd. Zeer kontrasterend te lezen hoe zijn hoop die hij als kind koesterde zo afsteekt bij zijn huidige schuldgevoel. Voortdurend “fietst” Raj met zijn gedachten tussen heden en verleden en laat hij zijn emoties en gevoelens de vrije loop.
Lyrisch, simpel maar o zo meeslepend heeft Nathacha Appanah hier een uiterst aangrijpend, zwaar thema in een uitermate boeiend verhaal geschreven. Een leeservaring die ik niet gauw zal vergeten.
Nathacha Appanah is een Franse schrijfster die in 1973 geboren is op het eiland Mauritius. In 1998 is ze , na het krijgen van een beurs, journalisitek en letteren gaan studeren in Grenoble. Momenteel woont en werkt ze in Lyon. Haar debuutroman Les rochers de Poudre d’Or werd in 2003 goed ontvangen, evenals Blue Bay Palace en La Noce d’Anna. De laatste broer is haar vierde roman kende grote successen in Frankrijk en is in meerdere landen in vertaling uitgekomen.
ISBN 9789023427865 Paperback 191 pagina's | De Bezige Bij | april 2008
Oorspronkelijke titel: Le dernier frère, vertaald uit het Frans door Truus Boot
© irene, november 2009
Lees de reacties op het Leestafelforum en/of reageer, klik HIER
De laatste broer
Het verhaal gaat over het jochie Raj. Hij woont met zijn ouders en twee broers in een kamp op Mauritius. Het gezin is erg arm, maar Raj is gelukkig.
De hele dag trekt hij op met zijn oudere en jongere broer, en voelt zich veilig en beschermd met die twee. Maar als er een cycloon over het eiland raast is dat allemaal voorbij. Zijn broers komen om, Raj trekt met zijn ouders naar een eenzaam huis vlak bij de stad. Daar gaat zijn vader werken in een gevangenis. Op een dag gaat Raj er een kijkje nemen en ontmoet zo de jongen David. In deze jongen, die een andere taal spreekt, en er erg slecht uit ziet, herkent hij zijn eigen eenzaamheid. Als er weer een cycloon losbarst en de gevangenis verwoest wordt, vlucht Raj met David. De bedoeling is terug te gaan naar het kamp, waar hij zo gelukkig was.
Het verhaal wordt verteld door de oude Raj. Als hij een jaar of zeventig is, droomt hij op een dag over David. We weten al snel dat die er niet meer is. Raj heeft als kind nooit geweten wat er allemaal aan de hand was, dat ontdekte hij pas als volwassene. Bij het vertellen springt Raj steeds heen en weer tussen heden en verleden, er zijn flashbacks, en vooruitblikken. Dat maakt het een levendig geheel, en de spanning -wat is er precies gebeurd?- wordt opgevoerd. Het thema is vriendschap en eenzaamheid, gecombineerd met schuldgevoel.
Het is gebaseerd op een ware gebeurtenis aan het eind van de tweede wereldoorlog en Nathacha Appanah heeft er de Prix de roman FNAC 2007 mee gewonnen. Terecht. Dit is een juweeltje.
Maar het is vooral de taal die mooi is. En de taal die er niet is, de verborgen informatie waardoor de lezer zoveel meer begrijpt dat de kleine jongen. Je voelt de vreugde van het kind dat zich veilig voelt bij zijn broers en zijn wanhoop als ze er niet meer zijn. Je voelt ook het nog steeds grote verdriet van de oude man die het verhaal vertelt.
Een stukje:
Raj's vader heeft om hem op afstand te houden verteld dat er in die gevangenis 'de gevAArlijken, de mArrons, dIEven en de schUrken" zaten, maar de jongen is nieuwsgierig.
"Verscholen in mijn bosje, met knisperende bladeren onder me, takkern die in mijn dijen prikten en schrammen met geronnen bloed veroorzaakten, zo verscholen, zag ik iets heel anders dan wat ik me had voorgesteld. Ik verwachtte kooien te zien, tralies en hangsloten, kettingen en politieagenten. Ik had me geschreeuw voorgesteld, en honden, en mannen met gele ogen die de gevaarlijke gevangenen zouden zijn, de marrons, de dieven en de schurken. Ik had ook een bepaald idee over mijn vader te midden van dat alles, met zijn uniform en al die mensen die bang voor hem zouden zijn, zoals mijn moeder en ik beducht voor hem waren als hij 's avonds dronken thuiskwam en zijn hand naast ons, op ons, op mijn moeder of op mij neerkwam."
Paperback, 191 Pagina's, ISBN 978 90 234 2786 5 Uitg. De bezige bij, april 2008
Originele titel: Le dernier frère, vertaald door Truus Boot
© Marjo, april 2008
Lees de reacties op het Leestafelforum en/of reageer, klik
HIER