Boekenarchief M

De bekoring


Op een dag hoort Andreas Klein, schrijver van beroep, dat zijn moeder is gestorven. Terwijl hij met zijn zes broers en zussen herenigd wordt rondom haar overblijfselen, komt die ene dag weer bij hem boven. De dag dat ze hun moeder met haar koffer zagen vertrekken, met de bedoeling om nooit meer terug te keren. Andreas vertelt zijn herinneringen aan de anderen, en hun reacties zijn verdeeld. De oudere zus wist wel wat er aan de hand was, dat hun moeder door hun vader gekleineerd en vernederd werd, soms zelfs mishandeld. Maar de jongere broers wisten het niet, en vooral Etter is nu alsnog kwaad. Als ze onder haar lichaam een koeldeken moeten leggen, gaat hij niet bepaald zachtzinnig met haar om, en later gooit hij zelfs chocolademousse in haar gezicht.
Terwijl de beslissingen nemen over wat er gebeuren moet, vertelt Andreas het verhaal van die dag. Het was notabene zijn verjaardag, maar ze feliciteerde hem niet eens, ze vertrok. Hij praat over hoe ze met de tram door de stad reisde, naar haar minnaar. Hoe ze ook daar na een tijdje overbodig bleek, en tenslotte maar weer naar huis kwam. Wat moest een vrouw alleen in die tijd?
Op die dag, vertelt Andreas, was de architect, Van Epen (deze figuur heeft werkelijk geleefd en was architect) getuige van haar vertrek. Hij kon niet begrijpen dat mensen niet gelukkig waren in deze huizen die hij zo zorgvuldig ontworpen had, en hij volgde haar..ze moest terug naar haar kinderen.


Het is het vijfde boek over de familie Klein. In ieder boek heeft Munstermann drie verhaallijnen die door elkaar lopen, maar elkaar regelmatig raken. Hoewel het vaak lastig is om te volgen -er zijn geen aanduidingen boven de verschillende stukjes- hoort het allemaal wel bij elkaar. Een extra aanwijzing om te weten in welke tijd we zitten is de geschiedenis die Munstermann in de verhalen verweven heeft: In de tijd dat de kinderen Klein hun moeder moeten gaan begraven maken we de gijzeling in Beslan mee.
(Munstermann heeft trouwens iets met Rusland. Hij laat twee broers elkaar als Russische boeren omhelzen, en hij laat Etter zijn moeders lijk omrollen als een boer in Mongolië.) Het vertrek van de moeder, dat speelt in begin van de jaren '60 van de vorige eeuw, is Loemoemba, de Kongolese president de aangever. De derde verhaallijn, die van de architect, is eigenlijk het boek dat Andreas aan het schrijven was. Hij verweeft dat verhaal met het verhaal van zijn moeder. Daardoor is niet duidelijk of hij ook de wederwaardigheden van de moeder verzint, of dat hij het misschien toch wéét.
Eigenlijk is zijn moeder twee keer gestorven: toen ze wegging, want ze werd niet terugverwacht. En nu. Andreas blijft liefdevol over haar spreken, heeft hij het haar vergeven? Het wordt niet duidelijk uitgesproken, alhoewel er wel steeds meer begrip voor haar gedrag lijkt te komen, naarmate het verhaal vordert. Zelfs bij Etter, die zijn moeder ronduit veroordeelt, komen de tranen als het laatste afscheid daar is. Als de architect aan het woord is, wordt het verhaal wat langdradig. Maar de wat absurde humor, bijvoorbeeld in de vorm van Loemoemba die in een Rotterdamse tram stapt, maakt het weer goed. Het blijft boeiend om te lezen over een relatie tussen een moeder en haar zoon.


Paperback | 205 Pagina's | Nieuw Amsterdam | 2006 ISBN: 9046800180

© Marjo, februari 2007

Reageren? Klik hier!