Ik ben een kat!
Galia Bernstein
Het boek begint al goed. We zien een gezellig dikke kat - grijs met zwarte strepen en een wit puntje aan zijn staart - parmantig rondlopen. Hij roept:
'Mraauw! Ik ben Simon.
Ik ben een kat, net als jullie!'
Wie zijn die jullie dan? Zal je je afvragen. Nou... dat zijn Leeuw, Jachtluipaard, Poema, Panter en Tijger. Heel even kijken deze dieren stomverbaasd naar Simon en dan... liggen ze helemaal in de kreukels van het lachen! Hahaha hoe verzint Simon het!
En wat we dan te zien en te lezen krijgen is helemaal geweldig. Leeuw kijkt met een mengeling van verveeldheid en verbazing naar het kleine katje. Hij vertelt dat Simon geen kat kan zijn want hij is een kat. Hij heeft manen en een kwast aan het puntje van zijn staart en hij kan zo hard brullen dat iedereen beeft. Dat heeft en kan Simon toch allemaal niet? Nee, dat is inderdaad waar.
Maar dan komt Jachtluipaard met zijn verhaal. Hij vertelt Simon, kijkend tussen zijn voorpoten door, dat Simon geen kat kan zijn want hij is niet lang en sierlijk zoals hij. Bovendien kan Simon vast niet zo hard rennen met dat dikke lijfje van hem... Nee Jachtluipaard is een kat, Simon niet! Echt blij is Simon er niet mee, want hij weet zo goed als zeker dat hij toch écht een kat is.
Toch hebben ook Poema, Panter en Tijger hun redenen om te twijfelen aan Simons verhaal. Want zij zijn allemaal katten en héél anders dan Simon. Ze doen zelfs een beetje neerbuigend, hoe kan Simon zelfs maar denken dat hij, dat kleine dikke diertje, ook een kat is!
Maar Simon laat zich niet zomaar wegblazen door die grote dieren. Hij vindt het maar gek want hoe kan het dat al deze dieren die zo anders zijn, zichzelf kat noemen? Waarom is hij dan geen kat?
Tja, daar staan ze dan, de grote koninklijke, sierlijke, snelle, sterke dieren... want ze weten zelf het antwoord niet. Ze noemen daarom maar alle eigenschappen van een kat... en langzamerhand beseffen ze, ook al willen ze het eigenlijk niet toegeven... dat Simon gelijk heeft! Simon is ook een kat!
Op een erg vlotte en humoristische manier laat Galia Bernstein zien dat ondanks uiterlijke verschillen deze dieren in wezen hetzelfde zijn. De grote dieren voelen zich eigenlijk beter dan het kleine wollige, mollige poesje. Maar omdat Simon overtuigende argumenten heeft en standvastig blijft, moeten ze wel van hun 'troon' afstappen en eigenlijk merken dat dat helemaal niet zo erg is. Als ze eenmaal geaccepteerd hebben dat Simon een kleinere uitgave van hun zelf is, hebben ze met elkaar zelfs enorme lol. Kortom, ze hebben een wijze les geleerd dankzij de kleine, slimme Simon.
Het verhaal is vooral zo humoristisch door de afbeeldingen. - Ik heb af en toe zitten grinniken om die expressieve snoeten - We zien de kleine Simon met zijn vastberaden koppie bij de enorme, realistisch weergegeven dieren staan. Zijn ogen hebben een gedecideerde blik, je ziet gelijk al dat hij niet voor een gat te vangen is en zijn gelijk wil en zál halen. Alle grote dieren hebben een beetje hautaine maar vergoelijkende houding, ze zullen dat kleine diertje het wel even laten weten... en die uitdrukkingen op hun snuit spreken daarbij boekdelen! Fantastisch gedaan.
Kinderen zullen het verhaal en de illustraties geweldig vinden, bovendien leren ze gelijk al spelenderwijs hoe al deze katachtigen er uit zien! Wat wil je nog meer?
Grote aanrader dit boek!
Zie ook het inkijkexemplaar
ISBN 9789025874476 | Hardcover | 32 pagina's | uitgeverij Leopold | februari 2018
Afmeting 28,4 x 24,4 cm | Leeftijd ca. 4+
© Dettie, 2 mei 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER