Vissen voeren
‘Wat ontbreekt telt zwaarder’
Ook al klinkt deze zin die de kern van het boek is niet positief, het plezier spat van de pagina’s! Wat een heerlijk boek!
Je gelooft het niet, als je hoort dat het verhaal gaat over drie niet doorsnee-jongeren met de nodige problemen, (’Ik ben een sukkel’ lijkt hun levensmotto) en dat de fictieve plaats waar het zich afspeelt dan wel in het romantische druk bezochte Toscane ligt, maar een van de minder gelukkige dorpjes is, waar de jeugd wegtrekt omdat het bestaan er uitzichtloos is vanwege de werkeloosheid. Toeristen laten er zich niet zien, het is een kleurloos, dor en saai dorp.
Fiorenzo, negentien jaar oud, woont er al zijn hele leven. Hij is de enige zoon van een oud-wielrenner, die er van droomt dat zijn zoon zal bereiken wat hij niet heeft bereikt: de top. Intussen verdient hij de kost met een hengelsportzaak. Maar als Fiorenzo veertien is begaat hij een stommiteit. Hij vertrouwt op Einstein en verliest zijn rechterhand bij het afsteken van rotjes. Hij en zijn vrienden hadden het gemunt op een raadselachtige vis ‘het slootmonster’.
Dat is het verleden. Nu is hij negentien en hij heeft geleerd met zijn handicap om te gaan. Onlangs is zijn moeder overleden, en daar is hij nog lang niet overheen, ook al kan hij veel emotie kwijt in de metal band waar hij de zanger van is. Hij heeft een onduidelijk schuldgevoel, maar vooral ook de zorg voor zijn vader. Die heeft net zo goed twee klappen moeten incasseren: geen zoon die wielerprof wordt, en nog weduwnaar ook.
Dan komt Mirko in beeld. Fiorenzo’s vader ontdekt de jongen van veertien als hij om te ontkomen aan een harde wereld keihard een berg opfietst. De vader neemt hem onder zijn hoede. Mirko zal zijn dromen waar maken. Mirko zal kampioen worden. En Mirko neemt Fiorenzo’s plek in, zelfs letterlijk: hij zal in diens bed slapen. Natuurlijk ziet Fiorenzo dat helemaal niet zitten, en dan moet hij ook nog bijles geven aan het joch! Maar voor het Kampioentje is Fiorenzo een held, een voorbeeld.
'Fiorenzo, rustig, je bent niet goed snik, hoe kom je erbij dat ik jou haat, dat meen je niet.'
Ik meen het wel, pa, ik ga hier weg. Ik ga wel in Pontedera wonen, ja, dan heb jij je zin. Ik vertrek en je ziet me nooit meer terug, dan heb jij je zin.'
'Kom nou, Fiorenzo, wat zeg je toch allemaal, doe niet zo flauw, waar wil je dan heen? Ik...Ik...o, ik wilde het je ook helemaal niet vragen, ik zweer het je. Maar..'
'Maar?'
'Maar hij wil jou en niemand anders.'
'Wie is hij?'
'Mirko. Alleen jou en niemand anders.'
Ik en anders niemand? Waar slaat dat op, wat wil die vuile klootzak van mij? Hij pikt mijn dorp in, mijn pa, mijn kamer en nu komt hij me hiermee op de zenuwen werken? Hij wil me tot op het bot vernederen, dat is het.'
Mooi voorbeeld: een jongen die zijn school verwaarloost en als hij niet met de band repeteert of in de winkel van zijn vader staat, doelloos rondzwerft. In het dorp is een Jongeren Informatiecentrum ingericht, waar evenwel meer bejaarden een onderkomen vinden dan dat er jongeren binnenvallen. Daar werkt Tiziana, dertig jaar oud. Ze was al ontsnapt uit Muglione, maar is teruggekomen. Hoe dom, zegt Fiorenzo. Ook Tiziana geeft bijles aan het Kampioentje. In die hoedanigheid ontdekt ze vreemde dingen en ze neemt contact op met Fiorenzo.
Dit is het begin. De drie levens raken met elkaar verbonden, en het verhaal stuitert met steeds opnieuw verrassende wendingen naar een hoogtepunt. Er zijn diverse kleurrijke bijfiguren, er is een spanningsboog, er zijn fantastische dialogen, mooie vergelijkingen; er is een poëtische stijl, veel humor, net niet hilarisch; en er is romantiek. Een boek over rouw en schuld, over idealisme en teleurstelling. En niet te vergeten: een slootmonster!
Alles in een boek van nog geen vierhonderd pagina’s. Een feestje dus…Mooie omslag ook, dit boek is helemaal af!
‘Bij een goed nummer bijvoorbeeld ga je echt niet in één keer over van het couplet naar het refrein. Dat zou nergens op slaan, je hebt een crescendo nodig dat je grijpt en mee omhoog voert naar het refrein, dat zich kan ontladen zolang het wil. Die crescendo noemen ze de bridge, de brug dus, want het is een brug van de normale wereld van de coupletten helemaal naar het paradijs van het refrein, waar de muziek harder en bombastischer klinkt zodat die nog lang in je hoofd blijft hangen.
Maar hier, met Tiziana die voor de oven gebukt staat om de rijstsalade op te warmen heb ik geen idee waar mij bridge is.’
Rasverteller Genovesi won met deze warme, licht melancholische roman de prestigieuze Enrico Pea-prijs.
ISBN 9789056724122 | Hardcover | 352 pagina’s | Bruna Uitgevers | juli 2012
Vertaald uit het Italiaans door Manon Smits en Pieter van der Drift
© Marjo, 8 augustus 2012
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER