jeugd 15+

Do van Ranst

altDie foto waar ik niet op sta
Do van Ranst


Bas, de 17-jarige ik-verteller, gaat mee als zijn ouders ingaan op de uitnodiging van zijn grootvader. Drie jaar is de familie niet bijeen geweest, terwijl het daarvoor de gewoonte was elkaar in ieder geval voor de zomervakantie te treffen in opa’s zomerhuisje in de bossen.


Wat Bas zijn ouders niet weten is dat Bas altijd contact heeft gehouden met zijn opa. En Bas weet dat zijn opa ook contact had met zijn nichtje Fiebie, met wie hij zelf ook stiekem is blijven omgaan.  Bas zwijgt ook over het feit dat ze in het zomerhuis paps enige broer en zijn vrouw en dochter - Fiebie dus - zullen treffen.
Wil opa dat het weer goed komt in de familie? Maar wat is er dan gebeurd dat een breuk veroorzaakt heeft?
Dat is iets wat we met horten en stoten, stukje voor beetje  - en dan nog niet helemaal - zullen lezen in dit verhaal.


Als de familie aankomt in het zomerhuis valt hen op dat de foto’s van oma er niet meer staan. Dat is heel vreemd, want zij was de reden van opa’s bestaan. Waarom heeft hij ze nu weggehaald?
Daar zit natuurlijk iets achter, en terwijl we het verleden slechts fragmentarisch - want als herinneringen van Bas - voorgeschoteld krijgen, verloopt het heden met de ontsluiering van het geheim achter de foto’s ook voor Bas raadselachtig.


Al die geheimen maken ook het verhaal raadselachtig. Het geeft een beklemmend gevoel: omdat er sprake is van een verzoening, moet er in het verleden iets gebeurd zijn waar men niet mee uit de voeten kon. Wat is dat? En wat is er dan veranderd in die situatie? Opa heeft geheimen, dat is vanaf het begin duidelijk. Sommige geheimen zijn bekend aan de kinderen, en dat zijn de mooie stukjes in het boek: opa doet alles voor zijn kleinkinderen: al is er een enorme tuin, hij heeft op de grote zolder nog een paradijs gecreëerd voor Fiebie en Bas, een plek waar zij zich onbespied weten en hun dromen kunnen beleven.  In ‘Lakenland’ ontstaan mooie dingen... de ouders weten dat niet, waardoor er zowel in dat verleden als in het nu waarin de familie herenigd is een spanning heerst.


Er zijn prachtige kernachtige dialogen, vooral de gesprekken tussen neef en nicht zijn een boeiend steekspel tussen een eerder tot volwassenheid komende meisjespuber en de nog ietwat onnozele jongen.


Het is een mooi verhaal, maar niet alleen het verhaal zelf is omfloerst, ook de herinnering als het boek eenmaal uit is, blijft wat wazig. Er wordt een stelling geponeerd, maar zonder argumenten. Dat maakt het voor de lezer moeilijk om het verhaal te laten beklijven.


ISBN  9789026137068 | Paperback| 96 pagina's| Uitgeverij de Fontein | november 2014
Leeftijd vanaf 15 jaar

© Marjo, 10 december  2014

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altMombakkes
Do van Ranst


Op Vastenavond, dertig jaar geleden, speelde zich de gebeurtenis af die in dit boek verteld gaat worden. Betrokkenen zijn Frank van Beemt, de verteller, en zijn ouders, met nog wat andere figuren.
Het boek begint met de mededeling dat nu allemaal goed gaat. Vader is nauwelijks veranderd, hij is alleen wat gematigder geworden. Moeder zei ooit dat je voor de liefde alles doet,  Frank zal nog wel eens begrijpen wat er allemaal gebeurde.
Maar de verteller zegt het nog steeds niet te begrijpen, ook al is hij nu net zo oud als zij toen, en zelf vader: hij begrijpt er niets van. Maar vertellen wil hij wel, en dat is maar goed ook, want de lezer is intussen wel nieuwsgierig geworden.
Dan is het vastenavond, 1972. Frank, vijftien jaar oud, en zijn jongere zusje liggen samen in bed. Natuurlijk heeft Isabelle een eigen kamer, maar ze is bang.


‘Buiten horen we stemmen. Honderd keer meer stemmen dan anders. Wel duizend keer meer. Ik weet dat ze er naar luistert, want je kan niet anders. Soms klinkt het alsof er mensen in onze kamer zijn, vlak bij ons, met hun schreeuwende monden vlak bij onze oren, waarop het lawaai onmiddellijk wegebt, maar ook altijd weer terugkomt. Zo gaat het de hele avond door, stemmen die komen en gaan, tot diep in de nacht. Zo is het altijd.’

Het is ieder jaar zo, en Frank heeft zich voorgenomen om er nu eindelijk eens achter te komen wat er precies gebeurt in de huiskamer beneden. Er komen gekken, met een mombakkes op, dat weet hij, zijn moeder heeft hapjes klaargemaakt, vader zorgt voor de drank. Het is een heel festijn wat zich daar beneden afspeelt en hij wil meedoen. Wachtend tot zijn zusje slaapt, neemt de spanning toe.


De lezer zal voorlopig evenmin ontdekken wat vastenavond inhoudt. Het verhaal maakt plaats voor flashbacks en mijmeringen. We vernemen dat de familie van Beemt bestaat uit louter architecten en dat Frank ook van plan is om er een te worden. Sterker nog: hij moet! Zijn vader is een strenge en strikte man met principes waar hij niet van afwijkt. Daardoor leeft het gezin nogal in een isolement. Dat heeft ook te maken met ene Diederik, een halfbroer van Frank, zoon van zijn moeder, maar niet van zijn vader. Er is iets geheimzinnigs met die Diederik, ouder dan Frank en niet bij hen in huis. Sinds dat voorval gaan de kinderen nauwelijks de deur uit: vader geeft hen les, Mercedes de huishoudster doet de boodschappen. Ja, Mercedes, die is er ook nog. We mogen haar rol niet onderschatten, van haar horen de kinderen meer dan van hun ouders, maar al te loslippig is ze dan ook weer niet.
Nee, Frank moet naar beneden, en het zelf ontdekken.
Het is een geheimzinnig verhaal, spannend ook, een verhaal waardoor niet alleen Franks leven op zijn kop wordt gezet, maar dat van meer personen. Met mooie zinsneden - ‘de zon scheen zowat een gat in de zijkant van mijn hoofd’ – en een mooie omslag.


ISBN 9789059083448 | paperback | 168 pagina's| Davidsfonds | maart 2010
Leeftijd vanaf 15 jaar

© Marjo, 28 oktober  2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER