Zac & Mia
A.J. Betts
‘Normaal? Niets is toch meer normaal, Helga? Voor geen van ons beiden.‘
De toekomst van de zeventienjarige Zac ziet er niet zo best uit. Hij bevindt zich nu al twee maanden in een ziekenhuis in Perth (om meteen aan te geven dat het boek speelt in Australië) omdat er leukemie geconstateerd is. Na al eerdere behandelingen wacht hij nu op een beenmergtransplantatie.
De behandeling is zwaar, hij voelt zich zwak en misselijk, maar het ergste is de afzondering, vanwege risico op infectie. Hij mag zijn kamer niet verlaten en de mensen die bij hem komen moeten strenge voorzorgsmaatregelen nemen. Behalve de verpleging is ook zijn moeder er dagelijks.
‘Mijn moeder: Activiteitencoördinator. Onofficieel Welkomstcomité. Diarree-detective en Gelukspolitie. Ze springt van de ene rol in de andere, vult de gaten, wisselt de rekwisieten, observeert, controleert, hàndelt.’
Op het moment dat hij weer een nieuwe buur krijgt - die hij dus niet zal zien - raakt hij geïntrigeerd. Hij hoort hoe zij - het is dus een meisje - tekeer gaat. Tegen wie? Ze draait haar muziek heel erg hard, en steeds maar weer hetzelfde nummer. Tot het stil is...
‘Ik vraag me af of de nieuwe voor het eerst de vierkanten op het plafond telt. Het zijn er 84, kan ik haar vertellen. Vier-en-tachtig, net als bij mij.’
Zac weet alles van zijn eigen ziekte, van zijn overlevingskansen, het meisje is een nieuwe uitdaging. Wat mankeert ze? Wie is ze?
Als het vertelperspectief wisselt naar Mia, het meisje, ontdekt de lezer dat eerder dan Zac. Ze moet behandeld worden voor een tumor in haar been. De gevolgen van de behandeling kan ze niet aan. Ze is kwaad op alles en iedereen, hetgeen haar nors en bokkig maakt. Haar leven is kapot vindt ze. En die idioot naast haar in het ziekenhuis, die kan ook de pot op. Ze zal nooit meer het mooie meisje zijn, populair bij iedereen. Ze is niemand meer.
Tegen een akelige achtergrond wordt het verhaal van Zac en Mia verteld, waarbij ze allebei aan het woord komen. Het is de lezer wel duidelijk is dat die twee ‘iets’ gaan krijgen, maar of dat positief dan wel negatief zal zijn?
Het verhaal beperkt zich niet tot het ziekenhuis, tot de behandeling van een vreselijke ziekte. Ooit zijn ze thuis, maar ook daar moeten ze omgaan met hun ziekte en de gevolgen daarvan. En met elkaar, en niets gaat meer vanzelf.
Het is een mooi geschreven verhaal, een verhaal over liefde, over zwakheid en moed, erg invoelend verteld, maar het is zeker geen tranentrekker.
‘Mijn handen zijn verkrampt en mijn armen trillen en het dringt tot me door wat moed is. Moed betekent stilstaan terwijl je wilt rennen. Moed is ergens blijven en de dingen die je bang maken niet uit de weg gaan, of het nu je been, je vrienden of de jongen is die je hart heeft gebroken. Het betekent dat je je ogen open doet en die angst recht in zijn gezicht kijkt.’
ISBN 9789020679724 | paperback |288 pagina's | Uitgeverij Blossom Books |februari 2014
Vertaald uit het Engels door Suzanne Bakkum Leeftijd vanaf 15 jaar
© Marjo, 22 februari 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER