Samenvatting: Märit is onderweg om haar zeventigste verjaardag te vieren, wanneer ze voelt dat ze uit de trein moet stappen in haar oude studentenstad Lund. Hier zette ze als studente medicijnen de eerste stappen op weg naar een onbezorgde toekomst. Haar verstandelijk gehandicapte broer Lars zat er opgesloten in een instelling waar wetenschappelijke experimenten op de patiënten werden uitgevoerd.
Pas nu durft Märit eindelijk de confrontatie aan te gaan met de trauma's uit haar jeugd en kan ze haar schuldgevoel verwerken over de vroege dood van haar broer.
Märit, Jonas en de Ander waren eigenlijk een drieling. De Ander stierf bij de geboorte en heeft zich toen in Märits hoofd genesteld. Daar gaat ze voortdurend de confrontatie met haar aan, vaak heel vermakelijk. Märit heeft aldoor ruzie. Met de Ander, met haar vriendin Kajsa, met broer Jonas, met oma. Dat maakt het boek niet heel prettig leesbaar, maar tegelijkertijd is die strijd tegen alles en iedereen heel indringend. De Ander is Märits geweten en de schuldgevoelens zijn groot. Toch kun je haar niet echt iets verwijten. Haar omgeving: een hatelijke oma, een autoritaire opa, een ontbrekende moeder, een laffe vader, een pesterige broer en een vriendin met haar eigen grote problemen, was niet behulpzaam. Wat had zij als kind voor haar broer Lars kunnen doen, als haar vader en grootouders hem aan zijn lot overlieten? In de jaren 50 en 60!
Zoals gewoonlijk weer een goed boek van Axelsson.