Samenvatting: In 1954 verscheen Niets in zicht voor het eerst in Duitsland. Het is het debuut van Jens Rehn, die gedurende de oorlog als marineofficier op een onderzeeboot diende en gevangen was genomen door de geallieerden. Dit literaire meesterwerk werd jubelend ontvangen door pers en tijdgenoten als existentialistische aanklacht tegen de oorlog en is nu eindelijk vertaald in het Nederlands.Niets in zicht vertelt het verhaal van twee mannen in een roeiboot midden op de Atlantische Oceaan. Een Amerikaanse officier die in de openingsscène een arm verliest, en een Duitse marinier. De hoop op redding wordt met de dag kleiner, en hun voorraad proviand, bestaande uit een fles whisky, wat kauwgom en chocola, en een paar pakjes sigaretten, slinkt rap. De mannen, 'de eenarm en de ander', zijn overgeleverd aan elkaar, hun herinneringen en gedachten en de vraag of het leven wel de moeite waard is geweest.
Gedetailleerd beschrijft Rehn de aftakeling van de twee drenkelingen. De Amerikaan, van wie de arm eraf moet, sterft al vrij snel, omdat de wond niet verzorgd kan worden en ontsteekt. De Duitser doet er wat langer over. Langzaam verliest hij de controle over zijn lichaam en zijn geest. Hij stuitert heen en weer tussen allerlei emoties: woede, angst, strijdvaardigheid en wanhoop. Door het verhaal heen plaatst Rehn droogjes allerlei wetenswaardigheden die aansluiten bij het verhaal, alsof je even een stukje Wikipedia leest. Door de klinische vertelstijl, zonder opsmuk, zonder medelijden, zelfs met een vleugje onderkoelde humor, is het geen zielig of gruwelijk verhaal geworden. Het is zoals het is, de mannen weten dat, klagen of zeuren niet maar zijn realistisch en accepteren hun lot.
Erg goede novelle.