Non-fictie

Annejet van der Zijl

 
 
 
 

Sonny Boy


Op verzoek van Marjo heb ik ook een verslag van dit boek gemaakt.


Tien jaar geleden hoorde Annejet van der Zijl - auteur van een biografie van Annie M.G. Schmidt - het wonderlijke levensverhaal van Waldemar Nods. Het was een verhaal dat rondzwierf en verteld wilde worden, zo schrijft ze in Sonny Boy.


Inderdaad, zoals Marjo al zei, gaat het waargebeurde verhaal niet over Sonny Boy maar over zijn ouders.
Dat doet echter niets af aan het verhaal. Dat staat als een huis en heeft diverse thema’s in zich: liefde, ouderschap, gemend huwelijk, oorlog enz. Ik had een boek verwacht dat voornamelijk over de problemen rond de liefde tussen Rika en Waldemar zou gaan en hoe Sonny Boy in dit geheel stond. Niet dat die problemen er niet in voorkomen maar het gaat over veel meer dan dat...


1911. Rika is zeer tegen de zin van haar familie, getrouwd met Willem Hagenaar. Aanvankelijk is het huwelijk goed. Zij leiden een prettig leven en vooral als Willem overgeplaatst wordt naar Den-Bosch breekt er een goede tijd aan. Zij voelden zich in het rijke roomse leven in de Brabantse hoofdstad als een vis in het water. Inmiddels hebben zij vier kinderen: Willem, Lamertina, Jan en Henk. Maar dan wordt Willem overgeplaatst naar Goedereede, een plaatsje op een eiland in Zuid-Holland met zeer vrome en conservatie bewoners. De overgang is té groot, Rika kan maar niet wennen en probeert van alles om het leven aangenamer te maken tot ontzetting van de Goedereeders. Willem wilt dat Rika zich aanpast maar dat gaat te zeer tegen haar natuur in. Het huwelijk klapt in elkaar en als Willem zijn handen niet meer thuis kan houden vlucht Rika met Henk naar haar familie in Den Haag. Ze trekt in bij haar zus Jo en later komen de rest van de kinderen ook bij haar wonen. Het is dan februari 1928.


Rika is dan bijna 40. Zij begint een pension en onmiddellijk meldt zich een kostganger, de 20-jarige uit Suriname afkomstige Waldemar, een neef van de man van haar nicht. Waldemar koestert zich in de warmte en hartelijkheid van Rika, zijn komst naar Nederland was hem bitter tegengevallen.
Ook de kinderen kunnen goed met Waldemar opschieten maar als blijkt dat er meer is tussen hun moeder en Waldemar vindt vooral Willem dit een walgelijke gedachte en voelt zich verraden door die vriendelijke mijnheer. Samen met zijn broertje Jan vlucht hij naar zijn vader. Deze wordt razend en stelt alles in het werk om zijn andere twee kinderen onder de invloed van deze verderfelijke vrouw vandaan te halen, wat hem ook zal lukken.


Op 17 november 1929 bevalt Rika van een zoon, Waldy maar door zijn ouders Sonny Boy genoemd naar het liedje van Al Jolson. Zo blij als Rika en Waldemar zijn met Sonny Boy zo vreselijk vindt de familie het. Rika, officieel nog getrouwd en nu nog een bruin bastaard kind ook! Die schande is te groot. Familie en vrienden willen niets meer met haar te maken hebben.
Rika gewend als ze is aan een luxe leventje moet nu elke stuiver zes keer omdraaien. Ze doet wat ze kan om aan geld te komen, van waarzeggerij tot kamers verhuren. De twee andere kinderen worden haar enige tijd later door de rechter ontnomen. Willem verbiedt zijn kinderen contact te hebben met hun moeder, zelfs om haar naam nog ooit te noemen. Ontroerend zijn de nooit aflatende pogingen van Rika om haar kinderen meer dan een paar uur per jaar te mogen zien. Zij blijft haar kinderen elke week brieven en pakketjes sturen en blijft vertellen dat ze ontzettend veel van hen houdt.


Waldemar en Rika leven in grote armoede. Waldemar probeert in zo kort mogelijke tijd zijn diploma handelscorrespondentie en praktijkexamens handelswetenschappen te halen. In 1931 slaagt hij en vindt een baan. Na vele omzwervingen van het ene naar het andere huis belanden ze in Scheveningen. Daar start Rika een pension en met succes. Vooral haar enorme hartelijkheid wordt geroemd. Inmiddels is het erg roerig in Duitsland en het is de tijd van de grote recessie. Maar in Scheveningen is daar weinig van te merken. Pension Walda loopt als een trein vooral door de losse sfeer en uitstekende keuken. Dit blijft zo tot en met de zomer van 1939 ook al beginnen zich donkere wolken boven Europa samen te pakken...


Als de oorlog uitbreekt verandert Scheveningen in een vesting. De joden worden steeds meer openlijk vervolgt. Rika neemt onderduikers in huis en nadat ze verraden zijn volgen we de lange, zware en trieste weg van Waldemar en Rika door de oorlog heen. Maar dat verhaal vertel ik niet, zo mooi als Annejet van der Zijl kan ik het niet schrijven, dat is echt iets wat je zelf moet lezen.


Mijn mening:
Ontroerend, aangrijpend boek. Het is ongelooflijk hoe Rika overeind weet te blijven, door iedereen verguisd, voor hoer aangezien, haar kinderen kwijt en in grote armoede levend. Ze blijft optimistisch en vol vertrouwen. Je kan niets anders dan enorm respect voelen voor deze vrouw, die enorm vecht voor haar man en kinderen. Waldemar is degene die zich maar constant aan moet passen, aan het klimaat, de “kille” mensen, het rascisme . Hij doet dit door zich uitermate correct te gedragen. Hij komt over als een zachtaardige, lieve, vriendelijke man. Je voelt zijn eenzaamheid maar je voelt ook de liefde die deze twee mensen voor elkaar hebben. Schrijnend is het feit dat de door Waldemar zo geliefde zee ook zijn vijand blijkt te zijn.
Annejet van der Zijl weet door het verhaal van deze twee mensen heen ook een duidelijk beeld te schetsen van de jaren twintig, het langzaam opkomend nazisme en de oorlogstijd.
Persoonlijk vind ik het gedeelte over de oorlogsjaren het meest indrukwekkend.
Kortom een prachtig boek! Lezen!

ISBN 9038887353 Ingenaaid, 235 pagina's Met illustraties Verschenen: februari 2005 Gewicht: 368 gram Formaat: 215 x 135 x 23 mm Nijgh & Van Ditmar

© Dettie


 

Sonny Boy


Leuke titel, maar het boek gaat nauwelijks over Sonny Boy. Wel over zijn ouders. Het is een geschiedschrijving in romanvorm. Waargebeurd dus.


Waldemar is een rustige terughoudende jongen, zoon van een blanke moeder en zwarte vader. Hij is geboren en getogen in Suriname, maar omdat het 'het grootste goed' is om opgeleid te worden in Holland, ("alle goeds komt uit Holland") vertrekt hij in 1927 naar Holland.


"En Waldemar dook het zilte water in en zwom naar huis. Slag na slag, meter na meter, tot hij in zijn ritme kwam en als vanzelf door het water kliefde. Alles spoelde van hem af en uiteindelijk was het enige wat nog overbleef hijzelf, zoon van Suriname, groot geworden met de rivier. Zij droeg hem, want water was zijn vriend."


In Holland treft hij na enkele minder prettige omzwervingen (Holland blijkt helemaal niet zo gastvrij) een goede hospita: Rika van der Lans. Zij is ouder, en moeder van vier kinderen. Maar zij is weggegaan bij haar man Willem, en moet het alleen zien te redden. (in die tijd was een vrouw alleen natuurlijk niet zo normaal als nu) Zij en Waldemar vallen voor elkaar, waardoor Rika tenslotte haar kinderen verliest. Een zoon wordt geboren: Waldy, bijnaam Sonny Boy..
Dan volgen we Waldemar en Rika, door de crisisjaren, en door de oorlog, die ze in Scheveningen in het ene na het andere huis doorbrengen. Rika heeft daar steeds een pension, Waldemar werkt op kantoor, en ziet zijn carrière belemmerd, omdat de diploma's uit Suriname hier niet veel waard zijn. In de oorlog nemen ze onderduikers, en dat betekent het einde. Waldemar ontdekt dat het water ook zijn vijand is...


Slavenhandel, en het meewerken aan de deportatie van de joden, twee foute dingen waar de Nederlanders bij betrokken waren. En daar door heen de liefde van twee heel verschillende mensen.
Hapt lekker weg, maar dat Van der Zijl schrijven kan wist ik al.


ISBN 9038887353 Ingenaaid, 235 pagina's Met illustraties Verschenen: februari 2005 Gewicht: 368 gram Formaat: 215 x 135 x 23 mm Nijgh & Van Ditmar

© Marjo

Meer over Annejet van der Zijl, klik op de afbeelding

Reageren? Klik hier!