Max Niematz

Zeven dagen oud brood
Max Niematz


Jack de Goede groeide op zonder moeder, zij stierf vlak na zijn geboorte. Vader Johan is een zwijgzame man, altijd in stofjas vanwege de winkel, pillen en poeders draaiend. Het leven is eentonig en saai voor kleine Jack. De enige lichtpuntjes zijn de bezoeken van oom Gilbert Siebrands de broer van zijn moeder. Oom Gilbert is communist en wist voor korte tijd zelfs Jacks vader lid van de CPN te maken. Maar nadat oom Gilbert met de twintig jaar jongere Agatha getrouwd was, verbrak vader De Goede de banden met hem.
Nu is vader Johan overleden en de winkel verkocht. Oom Gilbert (Gilt) schreef hem een brief "Waarom kon je niet eens langs hier in Frankrijk? Er valt hier van alles te doen...


En zo vertrekt Jack naar Grivy-sur-Ourcq in de Cevennen, waar oom Gilt samen met Agaat Maison d'Ourcq, een kuur- en herstellingsoord voor nudisten aan het opzetten zijn. Eenmaal op de plaats van bestemming aangekomen treft Jack een wonderlijk gezelschap aan. Naast tante Agatha zijn er drie mannen Victor, Surewijn en Christiaan, de Hagenees. Zij helpen Agatha het huis op te knappen. Van oom Gilt geen spoor... Deze blijkt in de bergen te zitten waar hij grootste plannen heeft met een daar aangetroffen oude hut.
Eenmaal in Huize Ourcq gaat het leven als snel zijn gangetje. De ontmoeting met zijn bekoorlijke tante, die met strenge hand en blik de werkers aanstuurt, vormt het begin van roerige en duistere ontwikkelingen. Jack kan er geen vat op krijgen. Ziet hij spoken?
Het is Jack inmiddels wel duidelijk dat zijn beeld van dierbare oom Gilbert drastisch gewijzigd moet worden. Op de meest onverwachte momenten verschijnt oom Gilt om net zo onverwacht weer te verdwijnen.
Agatha is een aantrekkelijk vrouw, de sfeer is broeierig én oom Gilt is er niet. Oom Gilt is de vreemdeling die voor Jack ongrijpbaar blijft. Is hij niet aanwezig vanwege het gedrag van Agatha of is hij echt de bevlogen man die het zo enorm druk heeft met zijn hut?


Het is een vreemd verhaal dat toch blijft boeien.  In de woorden van Jack...


"Sinds de dag dat ik voet aan de grond zette op Ourcq, ademde mijn leven een voldongenheid waarmee elke behoefte tot verklaren strijdig leek. Alles had de smaak van een fait accompli, iets van een wil die zich stil en methodisch voltrok en me meesleurde."


Alles lijkt voort te kabbelen terwijl er onderhuids heel veel gebeurt. Vier mannen bij één vrouw in huis... Het vraagt bijna om moeilijkheden. Surewijn gedraagt zich als bedrijfsleider én als iemand die recht heeft op tante Agatha. Maar tante Agatha is geen doetje en heeft zo haar eigen voorkeuren.  De karakters zijn redelijk uitgewerkt maar echte personen die je voor je ziet, worden het niet.  Langzamerhand loopt het verhaal toch naar een climax die voor de lezer niet verpletterend is maar wel een wending in het leven van de boekpersonages  inhoudt.
Het is een raadselachtig verhaal  dat ondanks de afstand en vervreemding wel blijft trekken en fascineren. Toch blijf je je afvragen wat Niematz met dit boek heeft willen zeggen...  Misschien wel dat in ieder mens een eigen verhaal schuilt.


Max Niematz (Tilburg 1942) studeerde aan de Tilburgse kunstacademie en Engels in Amsterdam. Werkte als leraar Engels in Hoogezand en autoverkoper in de Sahel. Inmiddels afwisselend woonachtig in Oost-Groningen en Noord-Italië.
Niematz publiceerde in de jaren 1980 gedichten, maar kwam als schrijver tot wasdom in de jaren 1990, toen hij proza ging schrijven. Hij debuteerde in 1995 met de verhalenbundel Twee vreemden in een bootje. Later volgden de romans Eilandvrees (1998), Op de leegte (1999), Tweemaal Flip & een borsalino (2003) en Kromzicht (2008).


ISBN 9789025449773 Paperback 282 pagina's | Uitgeverij Contact | september 2010

© Dettie, 26 februari 2011

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER