Boekenarchief B

Filip Bastien

Winteruren
Filip Bastien


De ik-verteller, Richard Waeyenberghe, slijt zijn dagen aan het bed van zijn echtgenote. Zij is ongeneeslijk ziek en begint ook nog te dementeren. Als vanzelf gaat Richards gedachten naar het leven dat hij geleid heeft. En wij als lezer volgen hem in de gedachtesprongen.


Anna-Maria, de vrouw met wie hij getrouwd was, was misschien niet zijn grote liefde, maar het leven verloopt niet altijd zoals je dat wenst. Zeker niet als je geboren bent in 1915.
Hij heeft de Eerste Wereldoorlog niet bewust meegemaakt, maar de familie is er wel door getekend. Als Richard in het ziekenhuis belandt na een auto-ongeluk, laat zijn moeder haar hevige schrik zien. Ze kan niet ook nog haar zoon verliezen! Natuurlijk weet Richard dat zijn vader omgekomen is in de oorlog, maar zijn moeder wilde er nooit over praten. Maar nu komt ze dan eindelijk met informatie. En de laatste brief van zijn vader, waarin hij schrijft over een concessie die hij heeft op land in Congo.
Maar wat meer indruk maakt op zijn zoon is dit:


‘Als je na de oorlog naar deze velden komt en ik ben er niet meer, kuier dan tussen de klaprozen. Luister naar hun gefluister en denk aan mij. Laat me niet zomaar verzinken tussen de rimpels van de tijd.’


We weten het: de Tweede Wereldoorlog volgt. Richard gaat in het verzet, wordt opgepakt, en verzeilt in Breendonk, het beruchte ‘opvangkamp’ waar de Duitsers dissidenten, verzetslieden, gijzelaars en Joden naar toe brachten en hen bloot stelden aan uithongering en martelingen.
Ook Richard overleeft het ternauwernood. Hij weet te ontsnappen, naar Duinkerken.


Dit is de ene kant van het verhaal. Het andere gaat over de twee vrouwen die een grote rol speelden in zijn leven. Anna-Maria natuurlijk, maar ook Josephine. In de relaties met deze twee vrouwen speelt de achtergrond zoals we die kennen uit de geschiedenis een grote rol: de vooroorlogse jaren, de oorlog, de Expo in Brussel, een tijdbeeld van de vijftig- en zestigerjaren, Congo, het communisme en de Val van de Muur.
Maar ook de molen in Bredene en de kermis in Eeklo in 1925 - de ‘kleine’ geschiedenis - komen aan bod.


Richard wordt steeds opnieuw geconfronteerd met gebeurtenissen buiten hem om, die wel danig ingrijpen in zijn leven. Steeds opnieuw moet hij moeilijke keuzes maken. Ook de daden van de vrouwen, en de manier waarop zij beslissingen nemen zorgen ervoor dat hij niet het leven kan leiden dat hij voor ogen had. Zal hij nog een herkansing krijgen als zijn vrouw het leven voor het eeuwige heeft verruild? En hoe dan?


Richard Van Waeyenberghe, zo heet de grootvader van de schrijver. Op deze persoon is het verhaal losjes gebaseerd, hetgeen in een nawoord uitgelegd wordt. De foto’s in het boek, uit het privéfamiliealbum, maken dat duidelijk: het is een ode aan de niet-gekende grootvader.


De vorm van het verhaal is bijzonder. Terwijl de ‘basis’ zich afspeelt in 1990, gezeten naast zijn stervende vrouw, laat de hoofdpersoon zijn gedachten los, heen en weer in de tijd. Die tijdstippen hangen samen met de wereldgeschiedenis, maar zijn niet chronologisch. Gelukkig wordt wel heel duidelijk boven het hoofdstuk aangegeven wanneer het vertelde zich afspeelt. Naast een psychologische roman is het ook een historische roman. Bastien verweeft deze twee genres tot een boeiend geheel.


Filip Bastien is Vlaming, en verbergt dat niet. We komen dus Vlaamse woorden tegen als kasseien, plezant en smout. Maar ook stuten en jutekakooie, een stuk lastiger. Toch stoort dat niet, en is vooral in de stukken tekst over Eeklo, dus de jonge jaren van de hoofdpersoon.
Filip Bastien kreeg als eerste Vlaamse auteur de Indie Award juryprijs 2018, voor de meest memorabele hoofdpersoon.
Na het winnen van de prijs werd het boek opnieuw uitgegeven bij Hamley Books.


ISBN 9789463967051| paperback |300 pagina's | Uitgeverij Hamley Books| februari 2020

© Marjo, 21 februari 2021

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER